Met de release van Alien: Covenant (2017), 38 jaar verwijderd van de originele Alien (1979), heeft regisseur Ridley Scott de wereld van de visuele effecten toch heel wat zien evolueren. En toch zien we dat in de laatste 5 jaar de ‘practical effects’ (zonder gebruik van computers) steeds meer terrein terugwinnen op de Computer Generated Imagery of cgi die toch heel wat heeft overgenomen. CGI had zijn voordelen, denk maar aan zowat alle comic adaptaties – maar soms ook zijn nadelen wanneer de acteurs – én bijgevolg ook de kijkers – verloren lopen in de visuele effecten of de visuele effecten dermate slecht en fake waren dat je meteen uit het verhaal viel. Denk maar aan het vreselijke filmflop Gods of Egypt (2016).
Covenant is een gezonde mix van beide ook al gebruikte Ridley vooral praktische effecten. En dat geldt niet alleen voor de aliens, maar ook voor de decors. Ridley koos er voor om te draaien in echte landschappen in Nieuw-Zeeland, en gebruikte gigantische groene/blauwe schermen (green/blue screen) op bepaalde achtergronden in post-productie te gaan bewerken. Ridley is verzot op grote sets, maar je moet er als set designer wel altijd rekening mee houden dat je werkt met een bepaald budget die niet overschreden kan worden. Ridley werkt gelukkig met gedetailleerde storyboards die precies verbeelden wat hij in zijn cameralens wil zien. De reden waarom hij grootser wil gaan is om alles iets meer episch en meer waarheidsgetrouw te maken. Hij gebruikt heel wat cgi (zoals de achtergrond in de proloog of de stofdeeltjes die in het oor of de neus van nietsvermoedende ruimtereizigers binnenwaaien), maar probeert deze toch altijd tot een minimum te beperken.
© 2017 Twentieth Century Fox Film Corporation. All rights reserved.
Vroeger stonden we er minder bij stil dat bepaalde visuele effecten er niet zo “echt” uitzagen als nu. We waren dit aspect van de cinema ook nog niet zo gewend. In de jaren 30 was het fascinerend om King Kong te zien klimmen op de Empire State building, of in de jaren 70 Superman te zien wegvliegen. Deze iets houterige effecten van toen kan je vandaag de dag niet meer reproduceren, anders kan je je verwachten aan bakken kritiek op sociale media. Want iedereen is blijkbaar een kenner geworden. Ik kan er met een nostalgische bril op en mijn i-pad met mijn Happy Plugs oordopjes, nog wel van genieten tijdens mijn treinrit naar het werk, maar ik ben ook wel onder de indruk van het realisme van de nieuwe King Kong in Kong: Skull Island (2017). Het blijft echter een vaststaand feit: hoe dunner de grens tussen realiteit en film is, hoe overtuigender alles overkomt.
De taak van een special effects supervisor op een filmset is ook een stuk belangrijker geworden. Hij moet ervoor zorgen dat de regisseur zoveel mogelijk – voor zover het budget het kan betalen – met praktische effecten kan worden en invullen waar er computer elementen moeten bijkomen. Let wel, computer-elementen kosten ook geld. Soms werken verschillende post-productie huizen tezamen voor de realisatie van één film. Het ene huis werkt dan aan de alien, terwijl de andere bezig is met matte painting van de decors. De practical effects kunnen gaan van het gebruik van prothesen make-up tot ingewikkelde animatronics of levensechte poppen al dan niet met animatronics. Met de komst van 3D-printing is het werk van bijvoorbeeld de Creature FX Supervisor ook een stuk eenvoudiger. Vroeger waren miniatuur-effecten enorm in trek, denk maar aan de originele versie van Clash of the Titans (1981) en in de jaren 80 en 90 waren dan weer de pyrotechnics (explosies meestal met vuur) felbegeerd in actiefilms. Tegenwoordig zijn ze er nog altijd ook al heeft cgi ze wat uitvergroot. Soms duiken ze nog wel eens op zonder visuele effecten, denk maar aan de laatste James Bond film Spectre (2015) waar het complex van Ernst Blofeld de lucht inging. Het kreeg zelfs de Guinness World Record voor de grootste explosie stunt ooit, gebruik maken van 33 kilo explosieven en 8,418 liters kerosine (wat vergelijkbaar is met bijna 70 ton TNT)
© 2017 Twentieth Century Fox Film Corporation. All rights reserved.
Een ander ‘practical effect’ waar Ridley verzot of is zijn weersomstandigheden in de vorm van regen of mist of gewoon in de vorm van rook. Daar waar J.J. Abrams in elk frame een lensflare wil, ga je in heel wat films van Ridley regen of rook/mist zien opduiken. En soms heeft dit ook zijn nadelen, want indien je bijvoorbeeld regen hebt in een bepaald actie-shot – dan kan je het beeld niet zomaar gaan versnellen om de actie iets heftiger te maken, want dat zou je zien dat plots de regen sneller gaat vallen (idem voor rook-ontwikkeling). Soms kom je er ook wel mee weg. Regisseur James Cameron had op de set van Aliens (1986) een ‘camera effect’ (ook een practical effect) willen gebruiken op één van zijn facehuggers. In een scène waarin Ripley op de grond ligt in een afgesloten lab zien we dat de sprinklers in werking zijn getreden. Plots zien we de alien die zich een weg baant naar haar, en plots naar haar gezicht springt. De sprong van de facehugger werd echter achterstevoren gemonteerd in de film en weggetrokken van de camera-lens in plaats dat het beest naar de camera toesprong. Maar met de regen uit de sprinklers was dat geen evidente zaak want voor dit shot zou het water van beneden naar boven vallen. Toch hield Cameron het beeld stijf dat niemand dat zou zien, en hij had gelijk.
In Covenant heb je een waaier van zowat alle ‘practical effects’ die je maar kunt bedenken, gemend met cgi en het resultaat is verbluffend. Ik blijf toch gemengde gevoelens overhouden aan de film. Het verhaal miste ritme en de karakters waren niet altijd even boeiend als deze van bij de eerste film. En zoals bij heel wat prequels, wanneer je iets teveel uitleg begint te geven over iconische figuren en monsters, verlies je wat van de mysterie. Toch ga ik nog geregeld rondlopen met mijn Weyland Yutani t-shirt en mijn zelfontworpen telefoonhoesje met het cocon van de Facehugger. En ook al hebben de Alien prequels heel wat narratieve problemen, dank zij de visuele kracht en de fascinerende wereld die wordt gecreëerd, zullen ze nog lange tijd blijven nazinderen.
De visuele effecten van Covenant waren spijtig genoeg het enige wat de moeite was :/
De effecten waren het beste van de film. Bij Prometheus kreeg hij commentaar dat hij te weinig alien had gebruikt of dat ze amper aan bod kwamen, hier gebruikt hij meer aliens maar het resultaat is allesbehalve bevredigend.