Ik blijf het raar vinden om dergelijke films te moeten ontdekken op televisie in plaats van op het witte doek. Voor iemand als Martin Scorsese die graag spreekt over “cinema” en de traditionele waarden van de Zevende Kunst, heeft hij zijn ziel toch wel snel verkocht aan de streamingdienst. Ga je mij nu echt vertellen dat een man met zo’n reputatie geen studio kon vinden die zijn film wou uitbrengen in het reguliere bioscoopcircuit? Ik denk dat ik The Irishman (2019) veel beter had gevonden op het grote doek, dan op een kleiner scherm. Mijn vrees is dat ik niet de enige zal zijn met dat teleurstellende gevoel. In een bioscoopzaal worden klank en beeld tot in de perfectie uitgebalanceerd. Ga maar eens dezelfde film bekijken op de televisie van je buur, jouw oom en jouw neef; je zal 3 verschillende films ontdekken, met wisselende kleurtinten, framerate correcties en wat weet ik nog allemaal van digitale verminkingsprocessen.
Korte inhoud: The Irishman volgt het waargebeurde verhaal van Frank Sheeran (Robert De Niro). Frank is een veteraan van de Tweede Wereldoorlog die uitgroeit tot een gerenommeerde huurmoordenaar die werkt voor Angelo Bruno (Harvey Keitel) en Russell Bufalino (Joe Pesci). Hij zou volgens geruchten een rol hebben gespeeld in de verdwijning van vakbondsleider Jimmy Hoffa (Al Pacino).
Mijn teleurstelling beperkt zich echter niet alleen tot het medium, maar ook op het verhaal en de uitwerking. Enkel de laatste 30 minuten van deze meer dan 3 uur durende prent waren voor mij het meest pakkende, ontdaan van alle cgi-bullshit, waarin we een oude Robert De Niro zien worstelen met zijn gevoelens. Voor de rest zit je te kijken naar een computertruuk waarmee ze knoeien met de gelaatsexpressies van acteurs en voel je geen enkele emotionaliteit, zoals dat wel het geval was bij Raging Bull (1980), Taxi Driver ‘1976), Goodfellas (1990), Casino (1995) of zelfs The Color of Money (1986).
Je kan dan wel kritiek hebben op Marvel en hun “rollercoaster cinema” maar zij hebben het de-aging procédé beter ingezet dan hier het geval was. Om nu maar een voorbeeld te geven. Een 76-jarige man beweegt niet als een man van 30 of 40; en wanneer De Niro een kruidenier op straat afranselt, zie je gewoon dat de scène van geen kanten werkt. Het voelt vreemd aan en voor de zoveelste keer word je uit het verhaal gesleurd omwille van een digitaal effect. Zelfs het gezicht van De Niro trekt van geen kanten op de De Niro uit Taxi Driver. Een oude man krijgt nu (meestal) een grotere neus en dat kan je niet wegwerken met de-aging (althans nog niet met de huidige settings). Bijgevolg krijg je de oude De Niro zonder rimpels. En ik zwijg nog over de neus van Joe Pesci (zie pic). Hoewel, Joe Pesci overleeft de de-aging nog wel goed. Acteurs wiens neus niet zo vervorm is met de jaren en die er nog fris uitzien zijn de beste kandidaten voor een de-aging, ik denk dan aan een Samuel Jackson in Captain Marvel (2019). Echter denk ik dat we binnen een paar jaar nauwelijks het verschil zullen merken. De FLUX software staat al heel ver en zal enkel maar beter worden naarmate er meer producties volgen. Scorsese filmde The Irishman met 3 camera’s naast elkaar om zo voldoende gezichtreferenties door te geven. Een duur procédé die zeker niet voor elke productie is weggelegd.
Mijn probleem is dat mijn verwachtingen misschien te hoog waren, en begrijp me niet verkeer; The Irishman is verre van een slechte film. Ik denk dat het een betere film had kunnen zijn – en het is vreselijk om het te zeggen – maar met een andere (lees leeftijds-adequate) cast. Ik hou uiteraard van deze 3 iconen, maar voor mij waren het nauwelijks schimmen van wie ze waren: eerder computer-bewerkte-look-alikas. De film is gebaseerd op het boek van Charles Brandt, “I Heard You Paint Houses”, wat een zalige maffia-code is voor: “Ik begrijp dat je mensen kogels in de kop schiet.” En met het schilderen bedoelen ze uiteraard de bloedspatten op de muur. Het leek wel een boek geschreven voor Scorsese. En de film begint ook zoals Goodfellas met een lang tracking shot, niet door een nachtclub, maar wel door een tehuis waar we op het einde de hitman Frank Sheeran (Robert De Niro) aantreffen. Maar nadien gaat het wat verkeerd met de voice over van de stem van De Niro (van jong naar oud) en dan de switch naar de acteur die in de camera spreekt – zoals Henry Hill (Ray Liotta) dat deed in de rechtszaal in Goodfellas. En dat was de film voor mij ‘in a nutshell’: nostalgie-gevoelens aan een betere film en constant uit het verhaal geduwd worden door bizarre cgi gezichten.
Het verhaal begint gaandeweg toch ietwat van de grond te komen met de introductie van de flamboyante Hoffa (Al Pacino), die niet kan verdragen dat mensen te laat komen of alcohol consumeren. En gezien zijn grote afkeer voor watermeloen hebben zijn handlangers er niets beter op gevonden dan likeur in de watermeloen te doen en deze vervolgens te serveren. Prachtige scène geschreven door scenarist Steven Zallian en leuk in scène gezet door Scorsese. Maar deze momenten zijn schaars. Er is ook een half uitgewerkte wisselwerking tussen Frank en zijn vervreemde dochter Peggy (Anna Paquin), maar deze relatie komt dan weer helemaal niet van de grond. Ik kan me trouwens niet meteen een vrouwelijk personage van belang voor de geest halen in deze prent. En zo is er nog een waslijst van karakters die nauwelijks worden uitgewerkt in deze misschien te ambitieuze tijdslijn.
© 2019 Netflix
Naar verluidt heeft Netflix 160 miljoen dollar op tafel gelegd voor deze prent, wat enkel en alleen maar lovenswaardig is. Hoewel ze ook wat onder druk staan met de lancering van Disney+. Mocht deze strijd er niet zijn, denk ik niet dat de streamingdienst zo’n risico had ondernomen met dit delicate script, die hoofdzakelijk bestaat uit mensen met cgi gezichten die 3 uur lang in een zetel of stoel met elkaar praten. Maar het is en blijft Martin Scorsese, en ook al ben ik zelf niet meegevoerd door deze film, is het iets dat jullie gezien moeten hebben. Al was het maar om de sfeer op te snuiven van hoe de machtsverhoudingen waren in de jaren 50, 60 en 70 en wat er mogelijks is gebeurd met Jimmy Hoffa (wiens lichaam nooit werd gevonden). En voor de rest is het nostalgie, en het is naar mijn gevoel vooral die nostalgie die zo geprezen wordt, niet zozeer de film op zich. Op het einde had ik zo wel het gevoel dat Scorsese eigenlijk al véél vroeger met Pacino had moeten werken, maar toch blij dat het er uiteindelijk ooit van is gekomen, ook al was het met deze nieuwe Goodfellas wiens houdbaarheidsdatum al een paar jaar is overschreden.
Recensie door Dave op 3 december 2019