Jean-Pierre Jeunet heeft zich goed herpakt na zijn misstap in Amerika met Alien: Resurrection. In Un Long Dimanche de Fiançailles (2004) grijpt hij terug naar het materiaal die hem ‘fortune and glory’ bezorgde, iets teveel volgens sommigen, maar daar kom ik later op terug. De film is tevens ook de duurste Franse film (55M euro), en niet zonder controverse, maar deze titel zal Jeunet binnenkort mogen afstaan aan Luc Besson.
In ieder geval trekt Jeunet opnieuw de kaart van de grote publieksfilm met een affiche die doet denken aan het schaduwbeeld van Russell Crowe op een goudgele zonsondergang in Gladiator. Maar in plaats van de mannelijke held die, gewapend met zwaard, frontaal de camera aankijkt, zien we nu een vrouwelijke verschijning met een bloesje in kant, voor een zonovergoten landschap. Ze heeft haar rug naar de camera toegekeerd. Haar hoofd is lichtjes gedraaid en voorover gebogen. Zij weet iets wat wij niet weten. Zij vermoedt dat haar verloofde Manech niet aan het front is gestorven.
De film had iets mee van de anti-oorlogsfilm La Chambre des Officiers uit 2001, waar een jonge officier tijdens WO1 werd opgenomen in de ziekenboeg na een zware wonde. Maar zoveel geluk hebben de soldaten in deze film niet. In Un Long Dimanche de Fiançailles zitten we opnieuw in de eerste wereldoorlog. Vijf soldaten moeten voor de krijgsraad verschijnen wegens moedwillige zelfverminking. Ze hopen elk te ontkomen aan het slachtveld. Maar hun “ongelukjes” kan de raad niet overtuigen en de mannen worden ter dood veroordeeld. Ze worden losgelaten in het bloederige no-man’s-land tussen de twee rivaliserende loopgraven van de Duitse en Franse troepen. De vijf mannen zijn ten dode opgeschreven en zo doet het verhaal de ronde dat ook Manech zijn leven heeft verloren op het slachtveld. Wanneer Mathilde dit te horen krijgt, kan ze zich er niet bij neerleggen. Ze gelooft niet dat haar verloofde is afgeslacht aan het front, gezien ze nog steeds een stevige band voelt met hem. Haar beslissing staat vast om Manech op te speuren, ook al wordt dit afgeraden door familie, kennissen en zelfs de overheid. Mathilde laat zich niet uit het lood slaan en gaat op zoek naar kennissen en familieleden van de andere soldaten, in de hoop iets meer over Manech te weten te komen.
De roddels dat de film een afkooksel van La Fabuleux Destin d’Amélie Poulain zou zijn doet de film onrecht aan. Uiteraard kan je er moeilijk omheen dat de twee films veel met elkaar gemeen hebben. Zo zien we dezelfde hoofdactrice en vele herkenbare nevenacteurs uit Amélie. Het verhaal heeft ook een gelijkaardige fragmentarische structuur en baadt alles opnieuw in een fotografische apotheose van goudgele tinten (maar ook in koude blauwe oorlogs-atmosferen). Met al die verwijzingen zouden we uiteraard nog vergeten dat Jeunet een heel specifieke, herkenbare en doeltreffende verteltechniek bezit, en dit al 15 jaar lang, samen met zijn metgezel Marc Caro. Zo was het duistere en experimentele karakter reeds aanwezig in de kortfilmLe Bunker de la Dernière Rafale, het kleurenpalet in Delicatessen, de ludieke en anekdotische ondertoon zat in de kortfilm Foutaises en het fantastische in La Cité des Enfants Perdues. Maar als je niet verder wil kijken dan het evidente, zal de magie van de vertelling u compleet ontgaan. Zo wordt het gruwelijke van de oorlog geniaal afgewisseld met het absurde, en de innige romantiek wordt aangevuld met idyllische humoristische momenten. Het gaat dus niet om 1 film maar wel om tientallen films, en ze zijn allen even verrassend. En zo krijgt de 1ste wereldoorlog een nooit eerder gezien uitzicht. Jean-Pierre Jeunet is misschien naast Wong Kar-Wai en Zhang Yimou, één van de knapste beeldvirtuozen van het moment, in dezelfde lijn als Tim Burton en Terry Gilliam. Genieën die eigenlijk geen boodschap hebben aan de “auteursfilm”-discussies, maar die op hun manier succesvolle mijlpalen in de filmgeschiedenis neerzetten die toekomstige generaties van filmmakers zullen inspireren.
Het is ook veel te gemakkelijk om te beweren dat het visuele aspect in de film, het liefdesverhaal zou overschaduwen. Onzin! Het liefdesverhaal zit hem juist in de kleine momenten van Mathilde die er alles aan doet om de waarheid te achterhalen. Audrey speelt perfect haar rol zonder in een karikatuur te vallen. Haar overtuiging is niet gestoeld in een grenzeloos optimisme, maar we zien haar constant twijfelen met een onschuldige blik, een ongemakkelijke beweging – versterkt door haar mank lopen. En juist deze handicap versterkt haar doortastende speurtocht, die niet minder heroïsch wordt als de strijd die de soldaten hebben gevoerd op het slachtveld. Haar koppige strijd die ze levert ten opzichte van het ongeloof rondom haar weerspiegelt zonder enige twijfel ook het halsstarrige karakter van Jeunet die de films maakt waar hij zin in heeft, gekant tegen alle kritieken van pers en media.
Het verhaal is gebaseerd op een moeilijk te adapteren brievenroman van Sébastien Japrisot, die Jeunet met ongelofelijk veel detail en gevoeligheid omzet in verheven poëtische cinema, waar ik echt dol op ben. De film is een passionele puzzel die dieper snijdt in het menselijke vlees dan Amélie, en de hartstochten en de menselijke warmte van verschillende personages bloot legt op een duizelingwekkende manier. Verschillende verhaallijnen die elk een heel persoonlijk invulling doen, net zoals in Rashomon, onthullen een Frankrijk in de jaren 20.
Kortom, Un Long Dimanche de Fiançailles is een overweldigend liefdesverhaal die veelvuldig beroep doet op ons collectief geheugen. We worden heen en weer geschud tussen verschillende emoties en reizen vanuit de moerassige loopgraven, via het nostalgische Garde d’Orsay, naar een enorme hangar waar een reusachtige zeppelin in vlammen opgaat. Deze film is niet enkel bedoeld voor het grote publiek maar zeker ook voor de echte filmliefhebber. Het is ook een zuivere bioscoopfilm die op het grote witte scherm moet aanschouwd worden, met opnieuw knappe dialogen, een schitterende mise-en-scène, een overtuigende Audrey Tautou, een sterke cast, een adembenemende visuele slagkracht en als kers op de taart een meeslepende en sobere score van Angelo Badalamenti. Ik zou het niet omschrijven als een meesterwerk, omwille van de simpele reden dat de mensen rondom mij in de zaal geen traantje hebben weggepinkt op het einde van de film. En dit is geen punt van meligheid, maar gewoon een kwestie van goede cinema. In dat opzicht is The English Patient als oorlogs-romance nog net iets doeltreffender.
Beoordeling: 3 / 5
Recensie door Dave op 8 november 2004
hier is de review!
en helemaal gelezen.
de vergelijking met de affiche van gladiator is inderdaad wel treffend.
de film heeft mij kunnen bekoren, maar niet zoveel als ik verwacht had.
MMM
😉
Het is een van de weinige films die ik nog eens opnieuw wil zien in de bioscoop.