Netflix zal toch moeten oppassen dat ze geen vergaarbak worden voor films en series die niet goed genoeg zijn voor het reguliere distributie-circuit. Voor elke Roma (2018) krijgen we 10 Bird Box (2018) en How It Ends (2018) films die nauwelijks het bekijken waard zijn. Maar deze zombie-serie Black Summer (2019) is zo dom dat je er uiteindelijk nog mee kan lachen – mits je in goed gezelschap vertoeft.
Korte inhoud: Zes weken na het begin van de zombie-apocalyps, zien we een moeder (Jaime King) die gescheiden wordt van haar dochter. Ze begint een schrijnende reis en komt ze heel wat andere overlevers tegen op haar pad. Naast een kleine groep Amerikaanse vluchtelingen moet ze een vijandige nieuwe wereld trotseren en brutale beslissingen nemen tijdens de meest dodelijke zomer van een zombie-apocalyps. Wat blijkt, iedereen die sterft verandert binnen de minuut in een hondsdolle zombie op zoek naar levende mensen om op hun beurt te doden.
Deze nieuwe serie werd gemaakt door het duo Karl Schaefer en John Hyams, die eerder al gewerkt hebben op Z Nation (2014-2018) die eigenlijk de B-versie was van The Walking Dead (2010-). Walking Dead had trouwens ook al een spin-off serie uitgebracht, met name Fear the Walking Dead (2015-). Aan zombie series trouwens geen gebrek en dus zou je verwachten dat nieuwe zombie series toch met iets nieuws voor de dag komen. Spijtig genoeg was dat hier in geen geval. Black Summer is net als Fear the Walking Dead een film die zich aan het begin van de zombie-uitbraak afspeelt, en volgen we een groepje overlevenden dat zich in deze groeiende apocalyps staande probeert te houden.
Black Summer lijkt een project te zijn van een filmschool waarin de minst creatieve studenten elk hun eigen zombie-verhaaltje mochten verfilmen met de aanwezige karakters. Er zijn 8 afleveringen met een script dat met spuug en plakkers aan elkaar hangt en geen enkel karakter waar je nog maar een beetje voeling mee kan krijgen. Elke individuele aflevering is dan nog eens versneden in onnozele hoofdstukken zoals ‘bicycle’, ‘drive’ en ‘running’, wat het gehele ding enkel nog meer verkapt. De duurtijd van de episodes is ook een soepje van korte episodes (20 minuten) tot lange (40-45 minuten). De gehele serie duurt dus iets van 3 tot 4 uur.
Er zitten een paar spannende set-ups in, maar de uitwerking laat vaak te wensen over door lullige dialogen, beroerd acteerwerk, onbegrijpelijke karakter-motivaties, inefficiënt montage- & camerawerk en bovenal slechte regie-keuzes, om nog te zwijgen over de onophoudelijke recyclage van scènes die we al in andere films hebben aangetroffen, en die hier minder goed functioneren (inclusief een shot in episode 3 die rechtstreeks uit The Shining komt). John Hyams staat bekend voor zijn regie van vehikels als Universal Soldier: Regeneration (2009) en Universal Soldier: Day of Reckoning (2012), en dus hoef ik er geen tekening bij te maken dat die man niet in staat is om een degelijk verhaal te vertellen. Hij is het soort regisseur die geen enkele creatieve inbreng heeft, en zich tevreden stelt met platvloerse actie en het kopiëren van shots uit andere films, of nog het overnemen van decors en situaties uit populaire series, films en games. Niets voelt authentiek aan en op geen enkel moment onderscheidt deze serie zichzelf van de tientallen andere series.
Qua acteerwerk hebben de makers de kaart van de diversiteit willen trekken in plaats van acteurs te zoeken die hun rol naar een hoger niveau konden tillen, of op z’n minst wat sympathie konden opwekken. En als actrice Jaime King het beste is van wat de serie te bieden heeft, dan zit je echt wel met een probleem. De meest irritante vertolking gaat hoe dan ook uit naar actrice Christine Lee. Zij speelt een Aziatische vrouw die geen Engels verstaat, maar gaandeweg alles begrijpt van wat ze haar vertellen. De actrice loopt 2/3 van de film hysterisch rond als een op hol geslagen hond die zonet een zakje ‘monkey dust’ heeft opgesnoven. Daarnaast hebben we nog de zwarte acteur van dienst met een crimineel verleden, de latino met een opvliegend temperament, en de oerdomme geek die eigenlijk al van in het begin van de serie dood had moeten zijn, maar later op de dag zonder enige probleem machinegeweren kan gebruiken als een volwaardig militair.
Net zoals in heel wat andere zombie series en games moeten de overlevenden naar een bepaalde locatie zien te geraken, in dit geval een stadium. Maar de spanningsboog duikt in elkaar vanaf episode 4 en de rest van de series kan je misschien maar beter in fast-forward zien. Ik was in ieder geval tevreden dat de laatste episode een korte was, want dit was een verspilling van mijn tijd. Maar alvorens de eindcredits trakteerden de makers ons nog op bijna een volle minuut product placement met de sponsors die deze drek mee hebben gefinancierd – uiteraard via de reclameborden in het stadium. Eén reclamebord hebben ze zelfs moeten blurren – waarschijnlijk omdat de sponsor na het zien van de serie zijn geld terug wou.
Wat betreft de zombies, wel het zijn vreemde wezens. Het zijn ’28 days later/World War Z’ style zombies die snel lopen. Dode mensen veranderen – zoals in Walking Dead – in zombies. Het enige verschil met de andere series is dat deze zombies een stuk taaier zijn en je een hele clip moet leegschieten om een zombie neer te krijgen (ook al zijn ze niet altijd even consequent in dat opzicht). Iets wat dan weer uit World War Z (2013) komt is het feit dat iemand die sterft op 10 seconden verandert in een zombie. Het verschil is dat het make-up budget van Black Summer onbestaand was. En dus zijn de meeste zombies in wezen gewoon rondlopende acteurs met witte ogen en bloed op hun gezicht. Er zijn hier geen prothesen, geen echte monster-make-up. Zelfs geen zombies die rondhollen met één arm of half gesmolten door vuur. Gewoon heel veel gekke mensen die schreeuwen, wat geen verschrikkelijke meeslepende dreiging oplevert, hoe gevaarlijk ze ook moge zijn.
Er zullen wel fans zijn (met name Stephen King om er één te noemen) die deze serie op handen dragen. En het zal wel geweldig zijn voor diegene die zoeken naar goedkope jumpscares en zombie-clichés. Ikzelf ben meer een fan van iets meer diepgang en creativiteit bij mijn horror.
Recensie door Alexander op 17 april 2019