Indien jullie deze titel horen denken jullie zonder twijfel aan Casino Royale met Daniel Craig, volgens velen dé beste James Bond film ooit gemaakt, maar weet dat de novelle van Ian Fleming eerst verfilmd werd met David Niven en Peter Sellers. Casino Royale (1967) is en blijft een fascinerend fenomeen binnen de James Bond-franchise. De film onderscheidt zich volledig van de andere Bond-films door zijn unieke benadering. In plaats van een serieuze spionagethriller kiest deze prent voor een campy, absurdistische en volledig satirische stijl. Het resultaat is een kleurrijke, chaotische en soms ronduit bizarre kijkervaring die je óf zal fascineren, óf zal frustreren.
Korte inhoud: Na de dood van M wordt Sir James Bond (David Niven) teruggeroepen uit zijn pensioen om SMERSH te stoppen. Om SMERSH (acroniem voor de Russische uitdrukking “SMERt’ SHpionam”, wat vertaald betekent: “Dood aan Spionnen”.) en Le Chiffre (Orson Welles) voor de gek te houden, bedenkt Bond het ultieme plan: elke agent zal James Bond heten. Een van de Bonds, wiens echte naam Evelyn Tremble (Peter Sellers) is, wordt gestuurd om het op te nemen tegen Le Chiffre in een spelletje baccarat, maar alle Bonds krijgen meer dan ze aankunnen.
De productie van deze film was op zijn zachtst gezegd chaotisch. Casino Royale werd geregisseerd door maar liefst vijf regisseurs, waaronder John Huston en Robert Parrish, die elk verantwoordelijk waren voor afzonderlijke segmenten van de film. Deze gefragmenteerde aanpak leidde tot een incoherent en onsamenhangend verhaal. De film kent meerdere subplotten en personages die elkaar vaak in de weg lijken te zitten. Het eindproduct voelt meer aan als een reeks sketches dan als een samenhangende speelfilm. Maar gezien het spoof-karakter nam niemand deze film te ernstig.
Films met casino’s spelen vaak in op de spanning, glamour en het risico dat gepaard gaat met gokken, waardoor ze een onweerstaanbare aantrekkingskracht hebben op liefhebbers van dit genre. Denk aan klassiekers zoals Casino (1995), Ocean’s Eleven (2001) en natuurlijk Casino Royale (2006), waarin niet alleen de glitter van het casinoleven, maar ook de psychologische strijd tussen spelers centraal staat. Deze films creëren een wereld waar alles draait om het nemen van grote risico’s voor grote beloningen, een thema dat naadloos aansluit bij de ervaring van gokkers. Het is dan ook niet verrassend dat dit soort films vaak worden gepromoot op goksites om die sfeer te versterken. Sommige online gokplatforms, zoals cazinouri.nl, gaan zelfs een stap verder door hun content te vertalen voor specifieke doelgroepen, zoals Roemeense spelers, zodat ze zich volledig ondergedompeld voelen in deze opwindende wereld.
De sterrencast, bestaande uit grote namen zoals David Niven, Peter Sellers, Ursula Andress als Vesper Lynd, Orson Welles en Woody Allen als Jimmy Bond, brengt veel charisma en talent naar het scherm. Echter, de film slaagt er niet in om dit talent optimaal te benutten. Peter Sellers bijvoorbeeld, bekend om zijn briljante komische timing, verliet de productie voortijdig na conflicten met de regisseurs en andere castleden. Zijn personage, Evelyn Tremble, verdwijnt abrupt uit de film, wat de toch al chaotische structuur verder schaadt.
De film probeert satire te bedrijven door de conventies van spionagefilms te overdrijven, maar raakt al snel verdwaald in zijn eigen absurditeit. Waar een satire doorgaans een scherpe onderliggende boodschap heeft, lijkt Casino Royale vooral een excuus om zoveel mogelijk slapstick en visuele gags in één film te proppen. De humor varieert van vermakelijk tot ronduit kinderachtig, met veel fysieke komedie en flauwe woordspelingen.
Eén van de weinige consistent sterke punten van de film is de muziek. De iconische soundtrack van Burt Bacharach is een van de meest geliefde aspecten van Casino Royale. Het nummer “The Look of Love”, gezongen door Dusty Springfield, werd zelfs genomineerd voor een Academy Award en is uitgegroeid tot een klassieker. De muziek voegt een vleugje elegantie toe aan een film die anders volledig in chaos dreigt te verzinken.
© MGM Home Entertainment
Visueel gezien is de film ook indrukwekkend. De decors zijn uitbundig en over-the-top, van decadente casinozalen tot surrealistische laboratoria. Dit versterkt het gevoel dat je naar een absurd stripverhaal kijkt. De cinematografie is kleurrijk en speels, wat past bij de flamboyante sfeer van de jaren ’60.
De grootste zwakte van de film is echter de gebrekkige structuur. Door het fragmentarische verhaal en de talloze subplotten is het moeilijk om betrokken te blijven bij de plot. De humor is zeer hit-or-miss, en veel grappen voelen gedateerd of geforceerd aan. Ook de cast, hoe indrukwekkend ook, lijkt te lijden onder de inconsistentie van de regie. Terwijl David Niven en Peter Sellers hun rollen met een zekere charme invullen, wordt het potentieel van andere acteurs, zoals Orson Welles en Woody Allen, niet volledig benut.
Deze Casino Royale is geen film voor iedereen. Voor fans van klassieke Bond-films kan de chaotische en satirische aanpak frustrerend zijn. Toch heeft de film een zekere cultstatus verworven, voornamelijk dankzij zijn excentrieke stijl en sterrencast. Het is een fascinerend artefact uit de jaren ’60, dat de culturele en artistieke experimenten van die tijd weerspiegelt. Voor liefhebbers van experimentele cinema en parodieën biedt de film een unieke kijkervaring. De absurde humor, kleurrijke visuals en onvoorspelbare plotwendingen maken het een film die je niet snel zult vergeten, zelfs als je niet alles positief zult waarderen. De film is ondertussen te verkrijgen op Blu-ray.