Deze No Time to Die (2021) is het einde van de Daniel Craig periode en ‘My God’ we zullen hem missen als James Bond. De beste Bond-film blijft voor mij Casino Royale (2006), op de voet gevolgd door Skyfall (2012). Het is niet het einde waar ik persoonlijk op had gehoopt, het is ook een film die scenarieel heel wat steken laat vallen en qua regie eigenlijk niet goed weet welke toon het moet aanhouden, maar het is een prent die je 2u en 43 minuten in de ban zal houden. En Craig’s laatste film als de diva van de Britse inlichtingendienst is een episch spektakel. Opgepast! Indien jullie de film nog niet hebben gezien, stop dan met lezen want ook al zal ik de 4 grote spoilers hier niet verklappen, bekijk je deze prent misschien best zonder al teveel voorkennis – los van het bekijken van Casino Royale, Skyfall en Spectre.
Korte inhoud: In ‘No Time to Die’ heeft James Bond zijn turbulente leven als geheim agent achter zich gelaten en leidt hij een rustig bestaan op Jamaica. Zijn rust is echter van korte duur wanneer zijn oude vriend Felix Leiter (Jeffrey Wright) van de CIA opduikt met zijn collega Logan Ash (Billy Magnussen), met de vraag naar hulp. Het brengt hem op het spoor van een mysterieuze schurk Lyutsifer Safin (Rami Malek) gewapend met gevaarlijke nieuwe technologie genaamd Heracles, die hij heeft gestolen uit het research lab van MI6.
Het is een James Bond film met (1) een megalomane super villain (2) voldoende bondgirls (3) exotische locaties (4) een paar waanzinnige en adembenemende stunts (5) intrige en absurde complicaties (6) Q gadgets en snelle wagens. Daniel Craig is er ondertussen 53, maar hij is al even fit als bij zijn eerste film, ook al hebben ze meer stunt doubles moeten inzetten want niet elke 50-plusser heeft de genen van een Tom Cruise. Maar het was een uitstekend moment om er een streep onder te zetten en plaats te maken voor de nieuwe James Bond. Op het einde van de film staat trouwens “James Bond Will Return” en niet “007 Will Return” want erop wijst dat we vermoedelijk geen gender-swap zullen hebben zoals vele sites op speculeren, en dat er een reboot zit aan te komen.
Deze Bondfilm is omwille van Covid maar liefst 18 maanden op sterk water gezet en gezien zijn productiebudget van 300 miljoen + een slordige 50 miljoen extra promotiekosten moet het 600 miljoen dollar ophalen voor nog maar een break-even. Toch is er geen twijfel dat deze film dat zal halen – zelfs al hebben de makers besloten om er geen Aziatische verhaallijn aan te koppelen of Aziatische acteurs bij gesleurd om de Chinese markt aan te spreken. Een zeer verdienstelijke demarche. Na de misselijkmakende en dromerige beginscene met de jonge Madeleine Swann in Noorwegen, die later de love-interest van Bond zal zijn gespeeld door de bloedmooie Léa Seydoux, krijgen we hen te zien in Matera, in het zuiden van Italië. Maar wanneer Bond een laatste groet brengt aan het graf van Vesper Lynd, de vrouw die hij maar moeilijk kan vergeten, wordt hun idyllische leventje op een oorverdovende manier verpulverd en wordt Bond achterna gezeten door de één-ogige schurk Primo (Dali Benssalah).
En daarna vliegen we 5 jaar verder in de tijd met Bond die zich heeft teruggetrokken in Jamaica terwijl in Londen een grote heist bezig is naar een virus, ontworpen door een ietwat gekke wetenschapper Obruchev (David Dencik), dat is ontwikkeld met nano-technologie en individuen, familieleden, etnische groepen, kan uitschakelen op basis van hun DNA-code. Het nieuwe virus is ook onomkeerbaar. Eenmaal in de bloedbaan heeft het nano-virus een blijvend effect bij wie in aanraking komt. Een vrij ingenieus wapen die eigenlijk misschien in de nabije toekomst wel eens een realiteit zou kunnen worden. Maar dan ontstaan er een kluwen aan belanghebbende partijen die allemaal hun handen willen leggen op deze nieuwe technologie of er net voor willen zorgen dat het uit de handen blijft van kwaadwilligen, inclusief Ernst Stavro Blofeld (Christoph Waltz) vanuit zijn ondergrondse cel. M (Ralph Fiennes) draagt hierin de grootste verantwoordelijkheid want hij heeft het middel helpen ontwikkelen en nu wil hij kost wat kost zijn ‘doomsday nanorobots’ laten uitroeien voor het te laat is. En gezien James Bond zich heeft teruggetrokken hebben ze een nieuwe 007 ingeschakeld met Nomi, stijlvol gespeeld door Lashana Lynch, wiens rol in de film eigenlijk nog vrij beperkt is gebleven.
De leukste scène in de film vind plaats in Cuba, waar Felix en Bond op zoek gaan naar Obruchev en de hulp krijgen van Paloma, één van de knapste Bondgirls uit de gehele saga, met name Ana de Armas. En ondanks haar bewering dat ze blij is met haar 3 weken training lijkt ze een echt moordwapen te zijn. Het zijn 10-15 minuten van puur plezier, en eigenlijk ook de enige scène waar een beetje plezier mee te beleven valt want voor de rest is deze prent ofwel heel dramatisch of zelfs heel emotioneel. Zelfs Q (Ben Whishaw) is op geen enkel moment echt grappig. Niet dat het moet, maar het had misschien hier en daar de sfeer wel wat aangenamer kunnen maken. De score van Hans Zimmer doet wat het moet doen en de intro van Billie Eilish is toch wel één van de betere Bond-nummers.
De regie lag in handen van Cary Joji Fukunaga en hij mist de ervaring om echt een verhaal op koers te houden. De fotografie van Linus Sandgren (La La Land) is knap maar het kleurenpalet gaat werkelijk alle kanten uit. De film is nooit vervelend maar de het is niet altijd toonvast en het einde is hoe dan ook een beetje tegenvallend, los van de ultieme plotwending. Tot op zekere hoogte sluit No Time to Die aan bij Skyfall en Spectre met een inzet die tegelijkertijd globaal en persoonlijk is, met nu en dan een verwijzing naar de klassieke Bondrituelen. En dit allemaal losstaand van de romans van Ian Fleming. Het verhaal van deze film werd bedacht door Neal Purvis, Robert Wade en de regisseur van de film Cary Joji Fukunaga.
© Universal Pictures
Uiteindelijk leiden alle wegen naar Lyutsifer Safin, Rami Maleks versie van een gemene aartsschurk, die zijn chemisch verbrande gezicht verbergt onder een griezelig Japans Noh-masker. Safin heeft een geheime geschiedenis met Madeleine Swann, wat een wig drijft tussen haar en Bond en de mogelijkheid van een blijvend liefdesverdriet inluidt. Safin heeft geen ingewikkelde motieven: hij is gewoon een enge psychopaat, en de psychologische diepgang van het script zijn voorbehouden aan James zelf, die een grondige behandeling krijgt, tot aan de ontroerende conclusie. De villain in de film op zijn eiland deed me in ieder geval terugdenken aan Dr. No (1962).
Kortom, het is een solide Bond-film ook al is het niet de beste film in de rij, maar de lat is wel heel hoog komen te liggen. De casting is uitmuntend en het is met enige spijt dat we bepaalde figuren in toekomstige Bondfilms niet meer zullen terug zien. In tegenstelling tot wat een handvol pipo’s beweren is dit wel degelijk een loepzuivere Bondfilm, maar wel een Daniel Craig Bondfilm die in schril contrast staat met de Pierce Brosnan en Roger Moore films. Daniel Craig zuipt geregeld alcohol, slaat er hard op los, maar heeft ook een peperkoeken hartje. Het is een romantische Bond, een getormenteerde Bond, een Bond met gevoelens ondanks het feit dat hij ook een moordmachine is. Madeleine heeft ook een 4 jarig dochtertje genaamd Mathilde met mooie blauwe oogjes wat ook meteen voldoende zegt, maar verder ga ik er niets meer over zeggen. No Time To Die is hoe dan ook verrassend film, zelfbewust exotisch en bij momenten grappig maar bovenal zelfverzekerd, en misschien vooral groots: met indrukwekkende actie-sequenties en schokkende plotwendingen. Hoe wild en vergezocht het allemaal kan zijn, ga je als kijker volledig mee met de personages en voelt alles ook echt aan. Ik zal de Daniel-Craig-007-films in ieder geval missen en ik wens de opvolger veel sterkte om deze schoenen te vullen.
No Time to Die is beschikbaar sinds 16 februari 2022 op DVD, Blu-ray en 4k UHD (Aston Martin DB5 Editie incl. Steelbook en als losse Steelbook), met een hele resem making off videos.
Review No Time to Die (2021)
Recensie door Dave op 2 maart 2022