Worden er teveel animatiefilms uitgebracht op te korte tijd? Dat is althans de mening van Christopher Meledandri, de CEO van Illumination Entertainment die verantwoordelijk is voor de twee kaskrakers Despicable Me (2010) en Despicable Me 2 (2013). Die laatste film haalde zowat 906 miljoen dollar op wereldwijd tijdens zijn bioscooprelease. Maar toch maakt de man zich zorgen over de evolutie van animatiefilms.
En het scheelde niet veel of we hadden van de man niets meer gehoord nadat hij een serieuze nose dive maakte met zijn Titan A.E. (2000) van Fox Animation Studios. Een animatiefilm die zowat 150 miljoen dollar had gekost (productie + promotie) en maar een schamele 36 miljoen dollar opbracht. De productie wiste hij dan ook snel van zijn CV op Imdb en Wikipedia. Maar deze flop diende als leergeld (ook al was het niet zijn geld maar dat van Fox). Zoveel jaar later staat hij bekend als één van de meest succesvolle CEO’s van animatiefilms en met zijn Despicable 2 zorgt hij tevens voor één van de meest profijtelijke Universal films ooit.
Voor Chris was waren financiële flops een ware nachtmerrie, en na Titan gooide hij het over een andere boeg en begon hij interesse te krijgen in andere animatie-concepten in plaats van meer traditionele Disnley-like animatiefilms. En zo maakte hij succes met films de Ice Age films. Een wijze beslissing want ook deze franchise was meteen een schot in roos. Maar toch blijft de man zich zorgen maken over de toekomst, en de enorme concurrentiestrijd tussen de verschillende animatie studio’s. “De animatie huizen brengen te veel films uit en er is gewoon niet genoeg ruimte. Ze gaan elkaar kannibaliseren. We zien dat nu al gebeuren met de competitie tussen animatiefilms en live-action films. En iedereen lijkt iets teveel hun pijlen te mikken op de jonge teenagers.”
Voor Chris blijft de kwaliteit van het script toch het verschil maken. Het begint allemaal met karakters en wanneer de bioscoopbezoeker de zaal verlaat neemt hij deze karakters met zich mee. Elke geslaagde film begint met sterke karakters, en daaruit vloeit een knap verhaal. Uiteraard betekent dat niet dat het verhaal er zomaar uitkomt. Dat gaat meestal ook gepaard met bloed, zweet en tranen. “Voor het soort films die wij brengen speelt komedie een grote rol,” verklaart Cris verder. “Waarom spreken de animatiefilms een breed publiek aan? Ik denk dat op verschillende niveaus spelen. De komedie is geschreven door volwassenen voor volwassenen, maar niet op een manier dat het niet geschikt zou zijn voor kinderen.”
Maar ook het thema is voor Meledandri een belangrijk gegeven. “Waarom vertellen we een bepaald verhaal? Waarom is het de moeite dat we meer dan 1000 mensen aan het werk zetten en waarbij we aan miljoenen mensen vragen hiervoor geld uit te geven. ” En het thema wat Chris bezielt is ‘familie’, op een meer traditionele manier in Despicable Me en op een meer onconventionele manier in Ice Age. Tot slot had Meledandri het ook nog over de essentiële marketing van een film en op de eerste plaats ‘hoe’ een film wordt gepromoot. Het is de bedoeling dat elke keer dat een toeschouwer de film ziet op een poster, trailer of banner, dat ze meteen ook geëntertaind worden. Iets wat ze hier in België nog moeten leren. Maar in de States is de verhouding tussen productie en promotie nog steeds 50/50, terwijl bij ons nog steeds 90/10, en daar wringt vaak het schoentje.
Niet enkel teveel animatiefilms, maar gewoon teveel films. Je kunt ze onmogelijk allemaal gaan zien. Maar wie gaat bepalen hoeveel films een studio mag uitbrengen?
Heb Despicable Me 2 vandaag gezien, vond het een geweldige anime!