Er is een periode geweest eind jaren 80 waarin onderwater-films erg in trek waren, gaande van Cocoon (1985) en Le Grand Blue (1988) tot films als DeepStar Six (1989), Leviathan (1989) of The Abyss (1989). Het heeft een tijdje geduurd alvorens Hollywood opnieuw de smaak van water de pakken kreeg, maar na het succes van Titanic (1997), kwam de onderwater thriller Sphere (1998) er als geroepen.
Korte inhoud: De Amerikaanse zeemacht stuit op de bodem van de Stille Oceaan op een mysterieus ruimteschip dat meer dan 300 jaar geleden is neergestort. Psycholoog Norman Goodman (Dustin Hoffman), de wiskundige Harry Adams (Samuel L. Jackson), biochemicus Beth Halperin (Sharon Stone) en astrofysicus Ted Fielding (Liev Schreiber), die deel uitmaken van een gouvernementele missie, krijgen de opdracht de vreemde structuur van het wrak te bestuderen. Onder leiding van Harold C. Barnes (Peter Coyote) daalt de groep wetenschappers af in de oceaan waar zijn een vreemde ontdekking doen. Ze vinden een reusachtige gouden bal die alles weerspiegelt behalve mensen, en een computer. Deze geeft aan dat het gaat om een Amerikaanse ontdekking uit het jaar 2048.
De film werd geregisseerd door Barry Levinson (Rain Man, Sleepers, Wag the Dog), iemand die vooral veel ervaring heeft in het drama-genre, maar nog geen kaas heeft gegeten van het actie-thriller genre, laat staan een science-fiction thriller. Nochtans kon hij genieten van een verhaal die werd geschreven door Michael Crichton (Jurassic Park, Twister) en bewerkt door Kurt Wimmer (The Thomas Crown Affair, Equilibrium). Het gebrek aan ervaring van Levinson zorgde ervoor dat het vooropgestelde productiebudget overschreden werd tot ver boven de 100 miljoen dollar, en dat de onderwaterscènes in de film toch heel bescheiden bleven.
Ik had de indruk dat Levinson een compleet andere film in gedachten had, dan wat het publiek had verwacht. In plaats van bloedstollende achtervolgingen in smalle gangen van een onderzeeër, vuurgevechten en aliens, kregen we een praatfilm voorgeschoteld met een onzichtbaar wezen die onheil brengt. Het is misschien een verdienste dat we voor een keertje geen grijze mannetjes te zien krijgen, maar alle vreemde verschijnselen die zich in het schip onttrekken hebben geen enkele coherente verklaring. Het ligt aan de cijferblinde mathematicus in de film om alle losse verhaallijnen aan elkaar te knopen, hoe onlogisch en bespottelijk deze ook moge zijn. In een Scooby Doo tekenfilm zit er meer logica dan in deze prent. Sphere doet waar het goed in is, en prikkelt onze interesse met vreemde verschijnselen, maar net zoals een aflevering van Lost, biedt het geen antwoorden en blijven we op onze honger zitten.
© 1998 Warner Bros.
Levinson had waarschijnlijk nog maar net Solyaris (1972) gezien, een briljante film gebaseerd op de roman van Stanislaw Lem, waarin een buitenaards wezen begint te spelen met de verbeelding van mensen. Maar net zoals je van een Belgisch trekpaard geen Arabische volbloed kan maken, kan je van het werk van Michael Crichton geen psychologisch meesterwerk distilleren, of toch niet op de whodunit-manier die Levinson heeft willen uitwerken. Toch spijtig om tot een dergelijk belabberd resultaat te komen met zoveel talent voor en achter de camera.
Beoordeling: 2 / 5
Recensie door Natalie op 16 februari 2013
De opbouw is prima en het verhaal biedt voldoende spanningsmomenten. Qua sfeer, effecten en vermaak zit alles wel best aardig in mekaar, hoewel het verhaal op en neer gaat. Alleen met een ongeïnspireerde cast (op misschien Jackson na), ééndimensionale personages, zwakke dialogen en een slappe climax welke eerder een anti-climax bleek, is de film toch een teleurstelling. Al met al prefereer is het boek van Michael Crichton duizendmaal meer.