Rear Window (1954) is één van mijn favoriete Alfred Hitchcock films. Het is niet enkel een beangstigend en beklemmend verhaal, maar tevens een perfecte weerspiegeling van de regisseur als voyeur. Een echte filmregisseur is zonder enige twijfel een beeldendief. Iemand die met behulp van zijn verrekijker de wereld observeert en analyseert…of zelfs begluurt. De initiële motivatie is de natuurlijke drang van ‘nieuwsgierigheid’. Iets waaraan het hoofdpersonage in deze film ook last van heeft.
Korte inhoud: Nieuwsfotograaf L.B. Jefferies (James Stewart) is door een gebroken been verplicht om zeven weken in zijn New Yorkse appartement door te brengen. Om de tijd te doden observeert hij zijn buren op de binnenplaats; met behulp van een verrekijker en een telelens dringt hij ongevraagd binnen in hun leven. Er is één appartement dat op Jefferies’ speciale aandacht mag rekenen: dat van zijn directe overburen de Thorwalds, zeker wanneer mevrouw plotseling verdwijnt. Door allerlei aanwijzingen raakt hij overtuigd van de mogelijkheid dat Lars Thorwald (Raymond Burr) zijn vrouw vermoord heeft. Hij is zo zeker dat hij een bevriende rechercheur (Wendell Corey) inschakelt om de zaak te onderzoeken. De resultaten lijken te wijzen op de onschuld van Thorwald, maar ‘Jeff’ gaat door, geholpen door vriendin Lisa (Grace Kelly) en verpleegster Stella (Thelma Ritter).
Moord kan overal opduiken, zelfs bij de sympathieke buren die je occasioneel ontmoet op straat en die vriendelijk naar je glimlachen. Een thema die geregeld terugkomt in het werk van Hitchcock. Ik denk dan maar aan zijn Frenzy (1972). In het begin van deze prent zijn we getuige van een gruwelijke moord. De camera deint nadien in een sequentie-shot achteruit, van de trappen tot in de inkomhal en op straat, waar de dagelijkse leven verder gaat. Moord kan overal aanwezig zijn, en dat is tevens de overtuiging van L.B. Jefferies. Dit gepaard gaande met zijn natuurlijke nieuwsgierigheid als persfotograaf, zal hem storten in troebel water.
Rear Window zou je kunnen omschrijven als een soort zwartgallige komedie. De fotograaf heeft zijn been gebroken en zit in het gips. Hij heeft dus niets anders te doen dan naar zijn buren te kijken. Al van bij het begin plaats Hitchcock al zijn pionnen. We zien er meteen de arena waar alles zich zal afspelen, alsook verschillende bewoners en uiteraard ook een blik op ons hoofdpersonage. We krijgen heel wat informatie te zien, zonder dat er ook maar één woord valt. Via inductie veronderstellen we bijvoorbeeld dat hij zijn been heeft gebroken tijdens zijn werk. En deze aanpakt werkt, want we verplaatsen ons naar het standpunt van ons hoofdpersonage. We zien wat hij ziet, en bijgevolg worden we eveneens voyeur van het schouwspel.
Alles in dit meesterwerk is gebaseerd op suggestie. We krijgen iets te zien en we moeten er onze conclusies uit nemen. Een hondje ligt roerloos in de binnenkoer, de nek omgewrongen. De eigenares is in alle staten en schreeuwt haar gruwel uit. Alle buren komen naar hun balkon om te zien wat er gaande is. Enkel één iemand houdt zich schuil in zijn woonkamer. Lars Thorwald zit er in het donker, roerloos en onberoerd. We zien hem nauwelijks maar we zien wel de rode gloed van het uiteinde van zijn sigaret. Waarom komt hij niet kijken? Weet hij misschien wat er gaande is? Heeft hij die hond vermoord? Waarom?…
Er zit geen muziek in de film, alles is diëgetisch. Er zijn enkel omgevingsgeluid en akelige stiltes die doorbroken worden door piano-geluid van één van de buren, of muziek van een radio die ergens opstaat. Maar als je er bij stil staat moet dit één van de meest ingewikkelde sounddesigns zijn die er toen was. Terwijl de camera in point-of-view perspectief van de ene kamer naar de andere gaat, verandert de ambiance geleidelijk en geeft het ons een heel specifiek gevoel (let bijvoorbeeld op het gebruik van sirenes, die zijn er niet zomaar op gezet om ambiant-sound te maken). Uiteraard zijn we dat geen seconde gewaar, maar onderbewust voelen we het wel. Uiteindelijk hebben we een heel realistisch. We worden ook meteen vertrouwd met de omgeving en worden hierdoor ook sneller meegezogen in het verhaal. Maar Rear Window staat tevens bol van subtext. Als Hitch een scène in mekaar steekt, weet je meteen dat hij hiermee verschillende dingen wil zeggen. Op een gegeven ogenblik heeft het liefje van het hoofdpersonage de trouwring gevonden van de verdwenen vrouw. Ze schuift deze ook aan haar ringvinger van haar linkerhand. Jefferies ziet de ring uiteraard als bewijsmateriaal dat de vrouw vermoord is geweest, terwijl Lisa hoopt dat Jefferies de hint begrijpt en met haar wil trouwen en zich bevrijdt van zijn bindingsangst. Het is heel subtiel, maar zo zitten er tientallen scènes in. Daarom is Rear Window een film die je meermaals moet gezien hebben.
In tegenstelling tot een North by Northwest (1959), waar de eind-sequentie zich afspeelt in wijde velden met vliegtuigen die rakelings over het vluchtende hoofdpersonage vliegen, zitten we hier in een besloten ruimte, als het ware vast gekluisterd aan een gips. Het is geen huis clos verhaal maar het scheelt niet veel. Hitchcock liet voor deze film een New Yorkse appartementencomplex met binnenplaats nabouwen bij Paramount Studios. Het was tevens de grootste daar gebouwde overdekte set ooit. We krijgen nooit geen standpunt van in het huis van Thorwald, maar altijd vanuit het perspectief van Jefferies. En het enige wapen waarover hij beschikt is zijn fototoestel.
Uiteraard is er ook knap acteerwerk van James Stewart en Grace Kelly die deze film kunnen voorzien van uiteenlopende emoties en gevoelens. Het voyeurisme van de toeschouwer wordt beloond met de mooiste, meest spannende, meest fijnzinnige bespeigeling ‘over’, en de mogelijke gevolgen ‘van’ het filmkijken. Rear Window werd genomineerd voor vier Academy Awards, voor die voor Beste Regisseur, Beste Scenario, Beste Fotografie en Beste Klank, maar spijtig genoeg ging On the Waterfront (1954) met alle prijzen lopen. De film werd onlangs door Universal uitgebracht in een 2-delige Special Edition met heel wat bonusmateriaal. Iets wat een filmgeek niet aan kan weerstaan. De film werd toen opgenomen in Technicolor en is dus in kleur.
Beoordeling: 5 / 5
Recensie door Dave op 19 februari 2011
***Related Posts***
03/11/2010: Psycho review
04/03/2008: Vanity’s Hitchcock covers
26/10/2007: Anthony Hopkins als Alfred Hitchcock
*** Rear Window trailer ***