Ik heb nogal wat vrienden die het behangpapier in hun kamer vervangen hebben met filmposters, en vaak kan je via de filmposters ook een idee krijgen van ‘wie’ de persoon is. Vergeet dus, ‘kleren maken de man’ of ‘de theorie van het schudden van handjes’, kijk gewoon naar wat de persoon aan zijn (of haar) muur heeft hangen. Jongeren in een identiteitscrisis en zij die gewoon op zoek zijn naar een identiteit met posters van Tokio Hotel en Britney Spears komen hier niet in aanmerking. Dit postje legt ook de nadruk op mannen in plaats van vrouwen, gezien vrouwen minder geneigd zijn hun behangpapier of muurverf op te offeren.
Als er een persoon gigantisch veel posters aan zijn muur heeft hangen, moet je op zoek gaan naar de exemplaren die een belangrijke positie bekleden in de kamer (boven de haard, dicht bij het bed,…). Er zijn uiteraard uitzonderingen aan de theorie, maar over het algemeen kan je de volgende conclusies trekken wanneer je de volgende affiches zou aantreffen. Voel jullie vrij om de theorie aan te vullen in de reacties.
Een poster die je regelmatig aantreft is deze van Rocky (1976). Bij meisjes zal dit dan Million Dollar Baby (2004) zijn. Meestal heb je dan ook te maken met ambitieuze én sportieve mensen. De film is voor hen een bron van inspiratie en in vele gevallen hebben ze ook wel ergens de CD liggen met “The Eye of the Tiger”.
Het zijn vaak heel joviale mensen die regelmatig eens een blockbuster op dvd zien, maar niet echt wakker liggen van de nieuwe David Cronenberg. Ze lopen ook niet te koop met hun filmkennis en zijn zich goed bewust dat het om entertainment gaat.
Een paar jaar gelden trof ik nog Bloodsport (1988) posters aan, maar deze zijn ondertussen helemaal verdwenen nadat JC iets teveel met een scheef oog wordt bekeken.
Welkom in het huis van een gepassioneerde filmgeek! In dit geval is hij ook meestal mannelijk én vrijgezel. Je weet maar best “iets” af van Star Wars (1977) of Star Trek als je met zo iemand een relatie wil beginnen.
Bij mijn weten zijn de Star Trek fans iets ouder en iets meer geeky, dan de Star Wars posterboys. Maar wees gerust, er zitten ook geeks bij de SW-fans. Ze bekijken ook hopen films en hebben een enorme filmbagage, waaronder ook film noir films of Amerikaanse exploitation films. Een discussie over Star Trek en Star Wars schepen, en welke beter zijn, is stof voor een uitdeinende discussie waar zelfs Einstein en andere geleerden bijgesleurd kan worden. Maar ook op filosofisch of psycho-analitisch vlak weten de SW-fans heel wat. The Lord of the Rings begint stilaan een gelijkaardige fanbase.
Wees op je hoede van mensen die The Matrix (1999) poster aan hun muur hebben hangen. In veel gevallen zijn ze ook verzot op wapens en steekt er ene in het nachtkastje of in een kartonnen doos in de kleerkast.
Ze zijn iets intelligenter dan het doosnee NRA-lid, maar diepgaande filmdiscussies ga je niet met hen hebben. Buiten de Matrix-filosofie hebben ze een vrij beperkte filmkennis.
Ze zijn ook verzot op computer-spelletjes, grunge en hardrock muziek. Ze zijn vaak opvliegend wanneer je hun favoriete films durft te bekritiseren. Hun levensstijl kan vaak ook heel excentrieke vormen aannemen. Maar bon, het zijn niet allemaal ‘problem childs’ … sommigen zijn gewoon verzot op latex, trenchcoats en Keanu Reeves.
In tegenstelling tot Matrix fans, bezitten de superhero-posterboys geen wapens, wel poppetjes van hun helden (tot 500 euro per figuurtje) en heel wat comic t-shirts in hun kast. Ze lezen nu en dan eens een comic en zijn verzot op vintage issues die geïmporteerd zijn uit de States of uit Azië. Ze bezitten quasi allemaal een universitair-diploma (filosofie/geschiedenis) of hebben een Master-Degree uit een kunst-academie (film of animatie), en denken daarmee de top bereikt te hebben. Ze staan echter even ver in hun leven als de dag wanneer ze hun studies hebben aangevat. Ze zijn niet getrouwd en hebben moeite om ‘de ware’ te vinden. Ze zijn ook verzot op het Fantastische genre en beluisteren heel wat filmmuziek. Het zijn ook meestal vegetariërs en onverbeterlijke betweters.
Zij hebben net zoals de Star Wars posterboys een enorme filmbagage. They love Bryan Singer, they hate Brett Ratner. Van mensen als Lindsay Lohan of Sarah Michelle Gellar krijgen ze spontaan braakneigingen, maar je kunt met hen op café urenlang discussiëren over het Batman-pak in de Schumacher-films of de Spiderman-villains. Ze weten niets van musicals of romantische komedies, of beter, ze willen er niets van weten.
Zij bezitten geen poppetjes of vuurwapens, maar misschien wel een plastiekzakje met marihuana. In tegenstelling tot de Rocky posterboys hebben zij geen grotere ambitie dan genieten van het moment. Ik weet niet hoe het komt, maar ze hebben bijna allemaal CD’s van Prins, The Police of Public Enemy in hun kast liggen, en situeert zich hun muziekvoorkeur tussen de late jaren ’80 en beginjaren ’90. Ze liggen niet wakker van hedendaagse muziek, en zijn niet echt verzot op videogames, maar wel op een spelletje poker.
Clerks-posterboys zijn plezierige mensen met een groot gevoel voor humor en een zachtaardig karakter. Zij hebben meestal geen diploma’s, maar zijn veruit de meest intelligente mensen die je zal tegenkomen, met niet alleen een enorme filmbagage maar teven
s ook heel wat levenswijsheid – al lopen er ze niet mee te koop.
Zij hebben geen problemen om de ideale vrouw te vinden, ze vinden quasi elke vrouw geschikt. Het probleem is dat vrouwen niet zo verzot zijn op mensen wiens enige ambitie is om ‘status quo’ te blijven.
Als je verzeilt in een kamer vol met sexy posters van Barbarella (1968), Planet Terror (2007) of zelfs The Dukes of Hazzard (2005), let dan vooral goed op waarop je gaat zitten.
Tip: breng een fluorescerend licht mee, rubber handschoenen en wat anti-bacteriën crème. Handen schudden doe je beter niet. Groet de persoon in kwestie van op een veilige afstand en vergeet uw handen niet te wassen na vertrek.
De jongen in deze kamer is homoseksueel, en is er zich (nog niet) van bewust. Indien hij er voor uit komt zal je er ook wel een poster aantreffen van Brokeback Mountain (2005), maar zij die het weten dat ze gay zijn, maar nog geen “coming-out” ondernomen, hebben meestal ook nog een filmposter hangen van Y Tu Mama También (2001) en/of Requiem for a Dream (2000).
Het zijn geen grote filmkenners en gaan ook niet bijster veel naar de bioscoop … om naar een film te kijken (if you know what I mean), maar ze weten wel welke films in de prijzen is gevallen op filmfestivals en lopen maar lopen er niet mee te koop.
Op zoek naar een playboy, in deze kamer heb je hem gevonden – of toch iemand die denk van zichzelf een playboy te zijn. Maar in realiteit zijn ze niet bijster knap of intelligent, en hebben ze ook niet veel geluk met vrouwen. Het is te zeggen, ze zijn voor vrouwen véél te doorzichtig.
Hij weet niet dat de regisseur van American Gigolo (1980) het scenario schreef van Taxi Driver (1976), maar heeft wel overwogen een cursus Zweeds te volgen of een paar lessen gitaar of drum, om zo indruk te maken.
Ze zijn niet vies om hun haar vol met gel in te wrijven, ook al worden ze hierdoor vrijwel kaal op hun 35e. Ladies, you have been warned!
Dit zijn rustige zielen die klassiekers kunnen waarderen en ze zelfs verkiezen boven blockbusters. Voor hen zijn er een duidelijke verschillen tussen een gewone film en een artfilm en ja, met hen kan er grondig gediscussieerd worden over smaak.
Maar hij is geen conformist, zoals de superhero’s posterboys wel kunnen zijn. Hij maakt geen regeltjes en laat zich graag verrassen. Toch zal hij liever naar het filmmuseum trekken dan naar een groot filmcomplex.
Ze zijn meestal ook gek op regisseurs als Spike Jonze en Wes Anderson.
Er zijn 3 soorten mensen die deze posters hebben hangen. Enerzijds heb je de echte fans van Martin Scorsese, Brian De Palma of David Lynch. Ze zijn ook in het bezit van de boeken en in het geval van de Lynch ook de filmmuziek. Ze hebben ook een duidelijke voorkeur voor bepaalde films en vinden niet noodzakelijk alles goed.
Het tweede soort mensen, die posters van Scarface (1983) en Goodfellas (1990) ophangen, zijn de materialisten. Alles wat ruikt naar geld, vrouwen en macht is hun ding.
De derde soort – en zij behoren tot de overgrote meerderheid – zijn de “posers” of nog, de echte conformisten. Zij hebben regeltjes nodig omdat ze zich heel onzeker voelen. Dus, “blockbusters zijn bij voorbaat verderfelijk en alternatieve films moet je gezien hebben”. Ze pakken graag uit met klassieke voorbeelden van regisseurs met ronkende namen, maar weten vaak niet veel meer dan de quotes uit de film. Ze beschouwen zichzelf als filmkenners omdat ze af en toe een alternatieve film zien, maar zouden in geen geval weten wat ze ervan moeten denken als het niet op voorhand door prominente filmcritici is beoordeeld. Zelden heb ik er al ontmoet met een ‘eigen mening’. Meestal heb ik hun mening al ergens gelezen in een filmmagazine.
Dat zijn geeks die verzot zijn op goeie entertainment, zoals Odishon (1999), Sympathy for Mr. Vengeance (2002), Chungking Express (1994). Zij die deze posters hebben hangen kunnen gerust urenlang zitten palaveren over aziatische remakes, of Wong Kar-Wai al dan niet overroepen is of de analyse van Blue Velvet (1986).
Na deze post zou het kunnen gebeuren, maar in de meeste gevallen zijn dit geen ‘posers’, maar echte filmliefhebbers die zowel thuis zijn op de markt van blockbusters als independent producties. Ze ho
uden niet van Vlaamse films en zijn niet vies om naar Transformers te gaan zien.