Site icon De FilmBlog

Mufasa: The Lion King (2024) **½ recensie

Na het immense succes van The Lion King (1994) en de fotorealistische remake The Lion King (2019), keert Disney terug naar de Afrikaanse savanne met Mufasa: The Lion King (2024). Regisseur Barry Jenkins (Moonlight) brengt een ambitieuze origin story van de iconische leeuwenkoning Mufasa, maar ondanks enkele geslaagde momenten voelt de film aan als een overbodige toevoeging aan de geliefde klassieker. Een film waar niemand op zat te wachten maar die Bob Iger wou in een poging om Disney terug een financiële boost te geven, nadat de film uit 2019 zowat 1,7 miljard heeft opgebracht op een 200 miljoen dollar budget.

© 2024 Disney Enterprises, Inc. All Rights Reserved.

Korte inhoud: De film opent met een raamvertelling waarin de wijze mandril Rafiki (John Kani) het levensverhaal van Mufasa vertelt aan Simba’s dochter Kiara (Blue Ivy Carter). Met Timon (Billy Eichner) en Pumbaa (Seth Rogen) als komische begeleiders wordt de kijker meegezogen in de jeugd van Mufasa, toen hij nog een verweesde welp was die worstelde om zijn plek te vinden. De jonge Mufasa (Braelyn Rankins/Aaron Pierre) wordt gered door prins Taka (Theo Somolu/Kelvin Harrison Jr.), de leeuw die we later als Scar leren kennen. Taka neemt Mufasa in huis, maar de broederlijke vriendschap verzuurt snel wanneer jaloezie de kop opsteekt. Mufasa’s aangeboren moed en leiderschap staan in scherp contrast met Taka’s onzekerheden, en het verhaal werkt toe naar de tragische val van de toekomstige schurk.

Op zichzelf is dit een interessant uitgangspunt voor een origin story, waarbij thema’s van broederschap, wrok en ambitie worden verkend. Helaas wordt de film ontsierd door de behoefte om elk aspect van The Lion King uit te leggen. Hoe kreeg Rafiki zijn staf? Waarom ziet Pride Rock eruit zoals het doet? Zelfs Scar’s litteken krijgt een achtergrondverhaal. Deze overbodige details voegen weinig toe en halen de focus weg van het emotionele kernverhaal.

Een van de grootste zwaktes van Mufasa: The Lion King ligt in de muzikale score van Dave Metzger en de bijhorende muzikale nummers. Waar Elton John en Tim Rice in 1994 tijdloze klassiekers creëerden waarvan we kippenvel van kregen, slaagt Lin-Manuel Miranda’s nieuwe soundtrack er niet in dezelfde impact te maken. De liedjes voelen vaak generiek en missen de emotionele kracht die ‘The Circle of Life’ of ‘Be Prepared’ tot iconische nummers maakten. Enkel het aanstekelijke ‘We Go Together’ blijft enigszins hangen, maar verder biedt de score vooral een reeks teleurstellende B-sides die snel vergeten zullen worden.

Net als in de remake van 2019 presenteert Mufasa fotorealistische animatie die adembenemend oogt, maar ten koste gaat van emotionele expressie. Vreemd genoeg vond ik deze film een heel klein beetje beter dan de film uit 2019 en Barry Jenkins slaagt erin iets meer ziel in de digitale dieren te leggen, maar er blijft een zekere afstand bestaan tussen het publiek en de personages. De strak geregisseerde scènes worden vaak gered door Jenkins’ vloeiende camerawerk, maar het gebrek aan overdreven gezichtsuitdrukkingen en fysieke expressie — die zo essentieel waren in de handgetekende klassieker — is een blijvend probleem.

Wat The Lion King uit 1994 zo krachtig maakte, was het Shakespeareaanse gevoel van lotsbestemming, het gewicht van traditie en de koninklijke tragiek die over de savanne hing. Mufasa probeert dit over te nemen, maar gooit tegelijk de klassiekersymboliek deels overboord. Mufasa wordt hier neergezet als een nederige buitenstaander, een underdog die zich naar de top werkt. Hoewel dit op zich een nobel idee is, voelt het geforceerd en bijna in strijd met het oorspronkelijke verhaal waarin Mufasa al vanaf het begin een natuurlijke leider was. Bovendien ontbreekt het de film aan een overtuigende antagonist. De “witte leeuwen” onder leiding van Kiros (Mads Mikkelsen) komen nergens boven het niveau van stereotype schurken uit. De spanning tussen Mufasa en Taka biedt potentieel, maar wordt te oppervlakkig uitgewerkt, waardoor de uiteindelijke tragedie van Scar’s karakterboog nooit echt binnenkomt.

Kortom: Mufasa: The Lion King probeert het iconische universum van The Lion King uit te breiden met een emotioneel geladen oorsprongsverhaal, maar slaagt er slechts gedeeltelijk in. Hoewel de film visueel indrukwekkend is en enkele sterke momenten heeft, wordt het geheel overschaduwd door een inspiratieloze soundtrack, onnodige uitleg van kleine details en een gebrek aan emotionele diepgang. Fans van het origineel zullen ongetwijfeld genieten van enkele nostalgische knipogen, maar zullen zich ook afvragen of dit verhaal wel echt verteld moest worden. De magie van The Lion King lag in zijn eenvoud, en die eenvoud ontbreekt hier. Hoewel Barry Jenkins’ talent onmiskenbaar is, voelt dit project aan als een tandwiel in Disney’s machine, en niet als een gepassioneerd eerbetoon aan een geliefd meesterwerk. Dit is een studiofilm, bedoeld als ‘money grab’. We zullen binnenkort zien of het publiek al even massaal naar deze film zal gaan. De film komt vandaag uit in de bioscoop.


Review Mufasa: The Lion King (2024)
Recensie door op

Beoordeling: 2.5 / 5


Exit mobile version