Site icon De FilmBlog

Bloodsport (1988) **** 4k UHD Blu-ray recensie

Een cultklassieker met ruwe randen, maar onevenaarbaar in entertainmentwaarde, dat kan je zeker zeggen van Bloodsport (1988) van Newt Arnold, de film film die de carrière van Jean-Claude Van Damme vorm gaf en 36 jaar na datum zeker het bekijken waard is voor zij die van martial art films houden en/of fan zijn van JCVD of stevige actiefilms. De film is diep geworteld in de popcultuur van de jaren tachtig. Ondanks de kritische gebreken zoals de clichématige verhaallijnen, het lage budget en ondermaats acteerwerk, heeft deze film een onmiskenbare charme en aantrekkingskracht die het tot een cultklassieker heeft gemaakt. Wat Bloodsport onderscheidt van andere martial arts-films uit die tijd – en ja, zelfs beter maakt dan om het even welke Mortal Kombat (een game dat werd gemaakt na het zien van Bloodsport!) of ninja-film uit de jaren tachtig – is het samenspel van de rauwe vechtsportactie, de iconische soundtrack en de charismatische verschijning van Van Damme. Het is een film die, ondanks zijn vele tekortkomingen, een blijvende impact heeft gehad op de actie- en martial arts-cinema, en bizar genoeg hadden we deze hier nog niet besproken.

© Capelight Pictures

Korte inhoud: Frank Dux (Jean-Claude Van Damme) is het grootste deel van zijn leven getraind door Tanaka (Roy Chiao) om deel te nemen aan een 3-daagse Kumite gfeorganiseerd door de Kokuryukai (Black Dragon Society) met 60 vechters, het ultieme martial arts-toernooi, waar deelnemers ernstig gewond raken of zelfs worden gedood. Frank besluit om te gaan tegen de wil van zijn superieuren in het leger. Twee legerofficieren (Norman Burton en Forest Whitaker) worden gestuurd naar Hong Kong om hem op te sporen en terug te brengen. Frank smeedt ondertussen een vriendschap met een andere Amerikaanse vechter genaamd Jackson (Donald Gibb) en journaliste Janice (Leah Ayres). Terwijl Frank verdergaat, weet hij dat hij misschien Chong Li (Bolo Yeung), de regerend kampioen, moet trotseren, een meedogenloze vechtmachine die al een paar deelnemers heeft gedood en zijn vriend in het hospitaal heeft geslaan.

Laten we de olifant in de kamer niet ontkennen, Bloodsport is geen waarheidsgetrouwe weergave van het verhaal van de echte martial art vechter Frank Dux die beweerde het geheime Kumite-toernooi te hebben gewonnen. In de loop der jaren is veel van het verhaal van Dux in twijfel getrokken, en het lijkt erop dat het meeste – zo niet alles – van zijn verhaal volledig verzonnen is. Het ziet er naar uit dat Dux – die los van alles een talentvol schrijver was – leed aan het Walter Mitty syndroom. Dux was zelfs geen oorlogsveteraan maar was een reservist en heeft een complete imaginaire wereld rond zichzelf opgebouwd, zo overtuigend dat velen zijn verhalen gingen geloven. Alles was geheim en dus moesten bepaalde delen uit zijn leven verborgen blijven (wink wink nudge nudge). Maar niets was uiteindelijk te bewijzen en toen was er zelfs nog geen Google. De echte Dux was gewoon Frank Abagnale uit Catch Me If You Can (2002). Zo goed was hij in zijn oplichterij. Hoe dan ook, Mark DiSalle heeft de rechten opgekocht van het fake levensverhaal van Dux en Sheldon Lettich heeft een script geschreven die beter was dan het Kickboxer script die Mark eerst wou gaan verfilmen. Bloodsport based on a true story was gewoon een godsgeschenk voor elke producer.

Dit maakt Bloodsport tot een soort van onbewuste meta-film; het is een verhaal over een verhaal dat waarschijnlijk nooit heeft plaatsgevonden. Toch doet dit geen afbreuk aan het plezier van de film. Of het verhaal nu waar is of niet, Bloodsport werkt omdat het de kijker meeneemt in een wereld van pure fantasie en overdrijving, zonder te ver te gaan in de waanzin. Het is een film die zich volledig overgeeft aan het idee van de “dodelijke vechtsport” en waarin de spanning draait om de gevechten, niet om de waarheid. Er zullen wel ondergrondse gevechtcompetities hebben bestaan, maar georganiseerd met vechters over de gehele wereld lijkt bijzonder twijfelachtig, zeker wanneer er ‘nul’ bewijsmateriaal voorhanden is.



© Capelight Pictures

De eenvoud van het plot, gecombineerd met de acrobatische vechtscènes, the good guys vs the bad guys alsook de Hong Kong locaties (tevens één vand e laatste films opgenomen in het nu afgebroken Kowloon Walled City), zorgt voor een filmervaring die direct, gemakkelijk te volgen en verrassend vermakelijk is. In een tijd waarin films vaak complexe verhaallijnen hebben, is het bijna verfrissend om terug te gaan naar een film waarin de doelstellingen van de personages simpel zijn: vechten, winnen en eer betonen. Bloodsport maakt geen illusies over wat het is; het is er om te entertainen, en daarin slaagt het met vlag en wimpel.

Bloodsport werd gemaakt voor een slordige 2,5 miljoen dollar, wat eigenlijk nog een adequaat budget was voor een dergelijke B-actiefilm was het niet dat deze film grotendeels werd opgenomen in Hong Kong. Omgerekend in 2024 zou dat iets van een 10 miljoen zijn (en met dat bedrag kan je geen ploeg verhuizen naar Hong Kong voor een actiefilm). Toch wist Bloodsport de kosten te reduceren door zo goed als geen cgi effecten te gebruiken, practical effects in te zetten, de salarissen beperken inclusief dat van Van Damme (met een belachelijk salaris van 25’000 dollar), geen (dure) stuntmannen maar gebruik makend van echt vechttalent (ook al hadden velen nul acteerervaring ze konden wel slagen incasseren, en Vandamme had zelfs per ongeluk Bernard Mariano met elleboog k.o. geslagen) en hier en daar wat bloedverf deden de rest. De production design was ook heel eenvoudig. Neen, dit was duidelijk geen Hollywoodfilm à la Die Hard (1988) met een productiebudget van 30 miljoen dollar. De camera-opnames zijn soms ruw en onhandig, en de film slaagt er niet altijd in om de intense atmosfeer van het Kumite-toernooi volledig over te brengen. Hoe dan ook, de film bracht 50 miljoen op wereldwijd in de bioscoop en nog eens 65 miljoen in rentals. Dit moet bij mijn weten ook de enige film zijn die zo’n succes waar de regisseur nooit meer werd gevraagd om te regisseren. Newt Arnold, die 24 jaar geleden is overleden, heeft maar drie films gemaakt en Bloodsport was zijn laatste.



© Capelight Pictures

Wat Bloodsport echter werkelijk naar een hoger niveau tilt, is de aanwezigheid van Jean-Claude Van Damme. Zijn charisma spat van het scherm, zelfs wanneer hij niet spreekt. Van Damme, die beroemd zou worden om zijn lenigheid en indrukwekkende vechtvaardigheden, toont hier al zijn potentieel. Zijn kenmerkende split en high kicks zijn slechts enkele van de fysieke prestaties die hem onderscheiden van andere actiehelden in de jaren tachtig. Hoewel zijn acteerwerk op momenten misschien onhandig lijkt, is zijn fysieke prestatie onmiskenbaar indrukwekkend. Hij brengt een authentieke energie naar de vechtsportscènes, en dat maakt het moeilijk om weg te kijken. Van Damme’s aantrekkingskracht in Bloodsport gaat verder dan zijn spierkracht; het is zijn pure passie voor vechtsport die het publiek meeneemt en de film kracht geeft. En één van de sterkste punten van de film is de diversiteit aan vechtstijlen die worden getoond. Elke tegenstander in het Kumite heeft zijn eigen unieke techniek, van het brutale worstelen van Ray Jackson tot de kata-gebaseerde bewegingen van de Japanse vechters. Dit biedt een fascinerend schouwspel voor vechtsportliefhebbers, die kunnen genieten van de verschillende stijlen die tegen elkaar worden afgezet.

De choreografie van de gevechten is dynamisch en boeiend en dat was dan weer de verdienste van de echte Frank Dux. Zelfs als sommige actiescènes enigszins overdreven aanvoelen, heeft Frank verschillende bestaande vechtstijlen opgevoerd, weliswaar met iets meer drama-effect. Het is precies deze overdrijving die Bloodsport zo entertainend maakt. De vechtsportscènes zijn het hart van de film, en de diversiteit en energie die in elk gevecht wordt gestopt, zorgen ervoor dat het publiek op het puntje van hun stoel blijft zitten. en geen vechtsportfilm is compleet zonder een memorabele slechterik, en Bolo Yeung als Chong Li vervult die rol met verve. Yeung, die zelf een ervaren martial artist is en die we nog kennen uit de Bruce Lee films, brengt een dreigende fysieke aanwezigheid naar het scherm. Zijn gespierde, imposante verschijning en zijn kalme maar genadeloze houding maken hem tot een van de meest gedenkwaardige schurken in de geschiedenis van vechtsportfilms. Elke scène waarin Chong Li aanwezig is, wordt geladen met spanning, en de uiteindelijke confrontatie met Van Damme is een climax die de hele film opbouwt.



© Capelight Pictures

Maar voor een vechtscène te laten werken in een film heb je niet alleen goede choreo nodig, maar ook goed camerawerk én een slimme beeldmonteur. De eerste cut van de film was gruwelijk gemonteerd door Carl Kress en het zag er naar uit dat producer Menahem Golan de film straight-to-dvd wou dumpen, maar Van Damme wou dat niet en de film heeft 2 jaar stof zitten vergaren tot dat Michael J. Duthie de film een nieuwe edit gaf en Van Damme zelf de vechtscènes zou monteren (blijkbaar een verborgen talent van The Muscles from Brussels). Het resultaat was een dag en dag verschil. Maar het is Duthie die we moeten bedanken voor het succes van Bloodsport en zelfs de carrière van Van Damme. Zonder deze beeldmonteur had Golan de vreselijke cut gedumpt op dvd – zonder muziekscore nota bene – en was dat het einde van het verhaal.

Tenslotte kunnen we niet over Bloodsport praten zonder de nostalgische waarde te benadrukken die de film nu heeft. Van de cheesy jaren tachtig synth-muziek tot de trainingsmontage, alles aan deze film schreeuwt jaren tachtig. De soundtrack, met nummers als “Fight to Survive”, is niet alleen iconisch, maar versterkt ook de energie en intensiteit van de film. Het is bijna onmogelijk om niet meegezogen te worden door de opzwepende muziek van Paul Hertzog tijdens de gevechtsscènes, wat de emotionele kracht van de film vergroot. En uiterarad is er ook een specifieke melodie wanneer aartsrivaal Chong Li aantreedt. Daarnaast is de aanwezigheid van Roy Chiao, die de rol van de wijze Tanaka speelt, een aangename knipoog naar de oudere generatie vechtsportfilms en draagt bij aan de nostalgische waarde van de film.

Bloodsport is geen perfecte film. Het is gevuld met clichés, heeft ondermaats acteerwerk en los plot (alsof militairen zoveel moeite zouden doen om één soldaat op te sporen, laat staan om hem dan te laten vechten). Maar wat het mist aan verfijning, maakt het ruimschoots goed in pure entertainmentwaarde. Van Damme’s charisma, de variëteit aan vechtstijlen en de onvergetelijke schurk in de vorm van Bolo Yeung maken dit een film die nog steeds wordt gevierd als een van de beste vechtsportfilms aller tijden. Het is een film die, ondanks zijn gebreken, de tand des tijds heeft doorstaan en nog steeds beter is dan veel van zijn tijdgenoten. Probeer de film zeker eens te herontdekken op Blu-ray en sinds op 4k UHD die werd opgepikt door Warner Bros nadat Cannon Films failliet is gegaan. En misschien krijgen we binnenkort een remake van Bloodsport door de makers van John Wick. To be continued …


Review Bloodsport (1988)
Recensie door op

Beoordeling: 4 / 5

Exit mobile version