Dit is een bekend terugkerend verhaal in de cinema-geschiedenis. De eerste film scoort zo fenomenaal hoog aan de box-office dat de studio bij de regisseur en producer gaat aankloppen voor een sequel, ook al was de eerste een stand-alone meesterwerkje. De makers hebben geen idee hoe ze hier verder moeten op gaan maar het geld is aanlokkenlijk en dus proberen ze iets wild en onbezonnen, dat het bijna een schaduw werpt op de eerste film. En dat kan je zeker zeggen van Joker: Folie à Deux (2024). Het is een puinhoop van de film! Gelukkig bezit deze Joker sequel ook wel veel verdiensten, maar we zijn heel ver weg van het meesterwerk van de eerste film.
Korte inhoud: Op het einde van Joker werd Arthur Fleck (Joaquin Phoenix) wordt opgenomen in de Arkham Asylum instelling. We zijn twee jaar na de gebeurtenissen van de eerste film en Arthur wacht op zijn proces. In tussentijd ontmoet hij er Lee Quinzel, Harley Quinn (Lady Gaga) en er bloeit iets tussen hen dat zich alleen maar kan vertalen met zang en muziek. Zijn advocate Maryanne Stewart (Catherine Keener) probeert Fleck van de doodstraf te houden en wil hem laten interneren in een ziekenhuis in plaats van het gevang waar hij nu zit. Maar de komst van Harley brengt de Joker terug naar boven.
Laat ik misschien beginnen met het positieve en dat is enerzijds de knappe fotografie van Lawrence Sher (die trouwens een Oscar-nominatie kreeg voor zijn fotografie in Joker), maar ook de production design heeft een geweldige Arkham Asylum neergezet. En ja, de sequel loopt naadloos verder in dezelfde stijl. Elk frame voelt alsof het een zorgvuldige studie is geweest van hoe je een duistere, verontrustende wereld creëert zonder je publiek direct in een depressie te storten. Alles straalt een kille, tragische schoonheid uit die bij deze Joker-franchise past, alsof Gotham een stad is gebouwd op de brokstukken van gebroken dromen.
En natuurlijk moeten we ook even stilstaan bij Joaquin Phoenix. Zijn vertolking van Arthur Fleck – de man die we beter kennen als de Joker – is nog steeds fenomenaal, ook al had in de indruk dat het minder diepgaand was dan bij de eerste film. Phoenix brengt opnieuw een rauwheid en kwetsbaarheid die je eigenlijk niet zou verwachten van een karakter dat zoveel maskers draagt. Hij is gekweld zowel lichamelijk als psychisch en bovenal totaal verloren in zijn eigen waanzin. Phoenix laat ons niet vergeten dat de Joker geen gewone stripfiguur is, maar een diep tragisch figuur wiens ondergang even fascinerend als pijnlijk is. En dan hebben we Lady Gaga. Als Harley Quinn brengt ze een frisse, eigenzinnige dynamiek naar het scherm. Haar vertolking is op zijn zachtst gezegd gedurfd, en hoewel ik de eerste paar scènes twijfelde of ik haar werkelijk kon zien als de iconische sidekick van de Joker, wist ze me al snel voor zich te winnen. Meer nog, haar karakter is interessanter dan dat van Fleck. Daar waar zij een actieve rol heeft ondergaat Fleck eigenlijk alles. Ik zou er niets op tegen hebben om haar meer te zien in de film dan dat nu het geval was. Vreemd genoeg komt ze niet zelfs heel onsympathiek over. En er is ook iets met haar zangstem. We horen niet Lady Gaga maar we horen Harley zingen, met alle imperfecties die er kunnen zijn. Ik ben geen fan van musicals maar 75% van de nummers waren intens en emotioneel geladen. Daarnaast hebben we ook nog een knappe vertolking van Brendan Gleeson als gevangenisbewaker die zowel zalft als slaat.
En zo zijn we aanbeland bij de muziek, want ja het is een musical. Het deed me een beetje denken aan de ‘jumped the shark’ sequels waarbij de filmmakers echt niet meer wisten hoe ze de film opnieuw relevant konden maken dat ze besloten om in te zetten op een zot idee: ‘Michael Voorhees in space’, ‘India Jones vs aliens in Crystal Skull’, ‘de campy Batman in Batman & Robin’, … En ik ben er zeker van dat regisseur Todd Phillips zijn zaak goed heeft verdedigd door in te spelen op de fantasiewereld van zijn twee hoofdpersonages. Het probleem is, het script van Todd en Scott Silver weet niet te overtuigen met een relevant verhaal. Neem alle songs weg en je hebt een saaie bedoening in twee helften, de ene in Arham en de andere in een rechtszaal, en tussenin heel wat transportshots van de ene naar de andere locatie, om nog maar te zwijgen over de vele flash backs naar de eerste film. Meer nog, wanneer je de eerste film niet gezien zou hebben zou je gaan verlangen om die eerste film te zien wat véél boeiender lijkt dan dit.
En vreemd genoeg zijn het de zangnummers (of toch 75% ervan – met het andere kwart volkomen overbodig) die ons door de 2 uur en 18 minuten trekken. Er zit een prachtige scene wanneer Harley hem komt bezoeken in het gevang en nog een scene waarin Arthur een laatste telefoontje maakt naar Harley met een Jacques Brel lied ‘Ne Me Quitte Pas’. De muzikale intermezzo’s waren geen vrolijke Broadway-achtige momenten, maar eerder donkere, surrealistische uitingen van de innerlijke gekte van de personages. In een normale film zou het een bizar idee zijn om de psychotische uitbarstingen van de hoofdpersonages te begeleiden met zang en dans, maar hier werkt het vreemd genoeg bij momenten. Maar op het einde van de rit is Todd Phillips geen musical regisseur en Jaquin Phoenix geen Fred Astaire en dan vraag je jezelf af, misschien hadden ze gewoon de helft van de nummers kunnen schrappen in ruil voor een betere karakterdynamiek. Ik kon me het gevoel niet onderdrukken dat deze muzikale momenten een slimme afleiding waren van het feit dat de film inhoudelijk niet zoveel te vertellen heeft. Ja, ze zijn bij momenten aangrijpend en uniek in hun aanpak. Maar onder die laag van extravagantie ligt een verhaal dat niet bijzonder vernieuwend of origineel aanvoelt.
© Warner Bros.
De grandeur van Joker kwam pas tot leven met de muziek van Hildur Guðnadóttir, maar op deze film heeft ze minder haar stempel kunnen zetten net omwille van de vele songs. Maar vergis u niet, Guðnadóttir brengt voor een groot deel deze tragiek tot leven. Zij is al zo belangrijk voor Joker als de muziek van John Williams in Star Wars.
Maar het element waar ik me nog meer aan stoorde was de halfbakken psycho-analyse van Joker die woord voor woord omschreven werd tijdens de rechtszaak. Wij als kijker hebben dit niet nodig, we zien liever het trauma in plaats van dat het ons verteld wordt. En wat is het nut anders dat het personage ‘klein’ te maken. Soms moet je chaos, chaos laten zijn. In de film zit een rol voor Harvey Dent gespeeld door Harry Lawtey, waarom hebben ze hem niet meer gebruikt is mij één groot vraagteken. En ik zwijg nog over de eindscène wat voor mij aanvoelde als een vraag van de studio eerder dan een knap einde aan de Joaquin Joker films. Je zou denken dat Todd de fans van de eerste film in de kou wou zetten en zich excuseren bij zij die de film niet goed vonden; en zeker al met het einde die eigenlijk de eerste film volledig irrelevant maakt. Het versterkt in ieder geval de gedachte dat de makers gewoon de comic hebben gebruikt om hun Taxi Driver drama in te pakken.
Conclusie, ik kan de film niet echt aanraden maar net zoals bij Megalopolis (2024) is het visueel wel de moeite de film te zien op een IMAX scherm. En als je het karakter van Todd en Joaquin kent zou je zelfs denken dat ze beide de intentie hadden om hun middelvinger naar hun publiek op te steken door iets te maken waar NIEMAND op zat te wachten. Joker: Folie à Deux is wel degelijk een fascinerende film om naar te ‘kijken’, maar niet noodzakelijkerwijs om over na te denken, en door het feit dat er zo weinig in zit zullen er we heel veel wilde verhalen over de film zijn. Het is duidelijk dat Todd Phillips en zijn team een ongeëvenaard oog hebben voor visuele pracht en dat de acteurs, met name Phoenix en Gaga, alles geven in hun vertolkingen, maar als je dieper graaft, blijkt dat de film vooral vorm boven inhoud plaatst. Het is een oefening in stijl, een prachtige verpakking voor een verhaal dat niet zoveel te zeggen heeft als het zelf denkt. Het voelt meer aan als een epiloog op de eerste film. En misschien is dat ook wel het punt. Misschien is Folie à Deux bedoeld als een chaotische, verwarde ervaring die net zo krankzinnig is als zijn hoofdpersonages. Maar als dat het geval is, dan blijft de vraag: hoeveel waanzin kunnen we verdragen voordat het ons gewoon begint te vervelen?