Nog geen 10 jaar geleden was het nieuwe gezicht in Hollywood, waar het publiek massaal voor viel, de Amerikaanse actrice Jennifer Lawrence (pic01, pic02). Jennifer was nog maar net genomineerd voor een Oscar voor Beste actrice in Winter’s Bone (2010), maar werd door de massa pas echt populair door The Hunger Games (2012). En na een dramatische rol en een actierol, was ze ook te zien in deze horrorprent, House at the End of the Street (2012), die je niet mag verwarren met die andere thriller/horrorfilm The Last House on the Left.
Korte inhoud: Het tienermeisje Elissa (Jennifer Lawrence) verhuist samen met haar moeder (Elisabeth Shue) naar een nieuwe stad. Ze komen erachter dat hun nieuwe woning naast een huis staat waar een dubbele moord heeft plaatsgevonden. De problemen ontstaan wanneer Elissa bevriend raakt met de enige overlevende van het bloedbad, de zoon van het stel (Max Thieriot). Al snel blijkt dat het drama nog lang niet voorbij is…
Regisseur van dienst is Mark Tonderai, die eerder al de low budget horrorprent Hush (2008) had geregisseerd. Voor deze film had hij iets meer middelen gekregen maar bleef met zijn 7 miljoen dollar toch ver onder het gemiddelde Hollwood budget. Maar voor een geslaagde horrorfilm heb je niet noodzakelijk veel geld nodig (bekijk de Saw franchise of de Paranormal Activity films). Mijn favoriete horrorfilm van 2019, Midsommar, kostte nog geen 10 miljoen dollar.
Het verhaal van de film is afkomstig van Jonathan Mostow, de regisseur van Breakdown (1997), U-571 (2000) en Terminator 3: Rise of the Machines (2003), de ene al meer teleurstellend dan de andere. Zijn laatste wapenfeit van belang – over The Hunter’s Prayer (2017) gaan we zelfs niet praten – was de science-fiction film Surrogates (2009). Dat werd spijtig genoeg een pijnlijke flop en door pers en publiek afgeschreven als een banale en voorspelbare stupiditeit. Het zou dus kunnen dat de studio liever een andere regisseur aan het werk zag, ook al had Mostow jarenlang volgehouden dat ‘hij’ de meest creepy horrorfilm zou maken, samen met die andere afgedankte regisseur Richard Kelly.
Er ligt zeker een grote psychologische thriller begraven in dat huis aan het einde van de straat, helaas hebben ze het hier niet gevonden. Sommige plotwendingen zijn ingenieus, terwijl andere veel te voorspelbaar zijn. De film laat niets aan de verbeelding over en weet ook niet precies welke toon ze moeten aanhouden. En het moet gezegd worden, Jennifer Lawrence’s acteerwerk gaat hier verloren. Het verhaal zal veel mensen op de zenuwen werken van hoe onhandig alles wordt verteld. De bedoeling was om naast de thriller elementen iets te vertellen over het klassenbewustzijn, maar het hield allemaal geen steek.
© Paradiso Home Entertainment
Het is moeilijk om over specifieke zaken te praten zonder de plotwendingen weg te geven. Wat ik wel kan zeggen is dat het publiek altijd wel sneller de plotwendingen onbedoeld zal kunnen raden dan het hoofdpersonage. Regisseur Mark Tonderai en schrijver David Loucka weten niet waarmee ze bezig zijn en maken verkeerde keuzes, zeker met wat betreft de moeder-dochter relatie. En wat is er met al die expositie dialogen op het einde van de film. Ik voelde me even in een Scooby Doo tekenfilm.
Op vlak van fotografie is de film behoorlijk korrelig, en dat is te wijten aan het feit dat de film werd opgenomen met de 2-perf Techniscope, een 35mm camera die zijn debuut deed in Italië in de jaren 60. Normaal zijn er 4 performaties per frame, deze had er 2. Het verschil was dat de frame ook wijder was en er weinig cropping nodig was, en je had 2 keer minder pellicule nodig, wat een enorme besparing is voor een langspeelfilm. Film die ook in dat formaat werden opgenomen zijn ondermeer The Good, the Bad, and the Ugly, Once Upon a Time in the West en American Graffiti. Stuk voor stuk films die voornamelijk mikken op een anamorf breedbeeld formaat. Tegenwoordig worden deze camera’s niet meer gebruikt op grote producties, gezien het digitale formaat nog nauwelijks moet onderdoen voor het celluloid, wat Quentin Tarantino en Christopher Nolan ook mogen beweren.
Kortom, House at the End of the Street had op papier wel potentieel, maar het mist een slimme uitvoering. Jen kan de film als psychologische thriller niet serieus nemen. En de film duurt te lang (101 min) voor zijn eigen goed. Het lijkt iets voor een tienerpubliek, maar dan hadden ze hun posters misschien iets anders moeten aanpakken. De Blu-ray is niet uitgekomen op 19 mei 2020 maar is al veel langer uit. Wij hadden deze blijkbaar nog nooit besproken.
Review House at the End of the Street (2012)
Recensie door Dave op 19 mei 2020