Een film maken is een heuse onderneming die veel geld en tijd kost. Meestal zijn de afspraken goed omkaderd in contracten, maar af en toe zijn er disputen die eindigen in de rechtbank. De meeste rechtszaken gaan over copyright schendingen. In The Professor and the Madman (2019) – een film over het ontstaan van de Oxford English Dictionary – diende Mel Gibson een klacht in tegen Voltage Pictures omdat zij niet met het nodige geld over de brug zijn gekomen om de film deftig af te werken en dat ze niet voldoende tijd kregen om te filmen op de Oxford site.
Korte inhoud: ‘The Professor and the Madman’ vertelt het verhaal over de schepping van de OED, beter bekend als de Oxford English Dictionary. In 1857 begint professor James Murray (Mel Gibson) aan de samenstelling van de OED en als voorzitter van het comité probeert hij zoveel mogelijk mensen te bereiken die een bijdrage kunnen leveren aan het ambitieuze project. Een van die mensen, William Chester Minor (Sean Penn), levert meer dan 10.000 bijdrages, waarna het comité de man wil eren voor zijn werk. Murray komt er echter achter dat William inmiddels opgesloten zit in een gesticht voor krankzinnigen, na het plegen van een moord.
En dat is meteen ook de reden waarom deze film eigenlijk geruisloos is gepasseerd. Mel Gibson wou deze eindversie van de film niet promoten, nochtans trachtte hij al in 1999 om het boek van Simon Winchester naar het witte doek te brengen. Uiteindelijk, in juli van 2017, hebben Gibson en zijn productiebedrijf Icon Productions het productiebedrijf Voltage Pictures aangeklaagd en wilden ze bepaalde aspecten van de productie overnemen omdat ze vonden dat er schuldig verzuim was van de producer. Voltage zou hen final cut privileges weigeren alsook vijf dagen productie in Oxford. Ik heb al vele juridische zaken in kaart gebracht op De FilmBlog, en één ding is mij altijd opgevallen; de producers trekken meestal aan het langste eind in disputen met acteurs, scenaristen of regisseurs. Zij dragen de financiële verantwoordelijkheid en dus weegt dit voor een rechtbank zwaarder dan de creatieve argumenten. En dit was hier niet anders. Op 19 juni 2018 verwierp het Hooggerechtshof van Los Angeles County Gibson’s motie voor kort geding. Beslissingen die zelden de film ten goede komt.
De meerdere rechtszaken (deze van de regisseur tegen Voltage, de counterclaim van Voltage tegen de regisseur, …) werden afgehandeld in een vertrouwelijke overeenkomst in april 2019. Gibson en regisseur Farhad Safinia legden verklaringen af dat ze zich distantiëren van het project en bestempelden de versie die door Voltage werd uitgebracht als ‘een bittere teleurstelling’. Ze namen niet deel aan de promotie van de film. Safinia werd niet erkend voor het regisseren of co-schrijven van de film, in plaats daarvan gecrediteerd onder een pseudoniem, “P. B. Shemran”. De film werd uiteindelijk afgewerkt met een andere scenarist/regisseur (vermoedelijk John Boorman) aan het roer. Achteraf is gebleken dat Voltage op de rem ging staan omdat de productie 25 miljoen dollar over zijn budget was, de film 2 uur en 40 minuten zou duren in plaats van 2 uur, de extra Oxford shoot nog eens 2.5 miljoen dollar zou kosten en heel wat deadlines niet gerespecteerd werden. Uiteindelijk werd er geen geld meer gespendeerd aan promotie en flopte de film logischerwijs zwaar aan de box-office met een miserabele 5,7 miljoen dollar wereldwijd.
© Dutch FilmWorks / Lasso Entertainment
Maar ondanks dat Gibson niet blij was met de productie, hield Gibson zich niet terug en zette hij een dramatisch sterke rol neer die misschien meer erkenning zou gekregen hebben mocht de productie anders zijn verlopen. Een andere sterke bijrol in het verhaal was deze van de weduwe (Natalie Dormer) van de man die William vermoordde. Maar Gibson en Penn samen zien is een beetje als Pacino en De Niro met elkaar in een scène zien. Het heeft iets zinderend omdat het na al die jaren de eerste keer was dat deze twee heren in dezelfde film zaten. Het is jammer dat er een andere versie is, tenminste in het hoofd van Gibson, die we nooit zullen zien. En neen, op de Blu-ray staat geen director’s cut van 2u40 minuten maar wel een cut van iets over 2 uur. Uiteraard ook geen audio-commentaar van Mel Gibson.
Het is dus moeilijk een echt oordeel te vellen, ook al voel je dat er hier wel iets meer mee te doen was. De dialogen van Todd Komarnicki vond ik zelf niet echt op niveau. Iets wat toch wat teleurstellend is voor een film die draait rond de schoonheid van de Engelse taal. En ook de Iraanse debuutregisseur Safinia heeft niet altijd de juiste klemtonen gelegd tijdens de verschillende confrontaties. Mel Gibson had met hem gewerkt als scenarist op Apocalypto (2006) en waarschijnlijk met hem al een tijd bezig om de film uit te werken. Het eindproduct is gelukkig genoeg niet saaier dan het lezen van een woordenboek, maar het scheelt niet veel. Een klein weetje, er zit ook een Belgische kant aan dit verhaal want Caviar Antwerp zou co-producent zijn geweest op bepaalde delen van de film. Iets wat ze nu waarschijnlijk stil willen houden.
Recensie door Natalie op 4 februari 2019