Het prachtig gefilmde en subliem geacteerde TV-miniserie “Dancing on the Edge” (2013) is de nieuwste creatie van regisseur/scenarist Stephen Poliakoff, die in het verleden al genomineerd werd voor prestigieuze prijzen als een Primetime Emmy en een BAFTA Award. Poliakoff kwam op het idee voor Dancing on the Edge terwijl hij research aan het doen was voor het in 2003 verschenen The Little Prince, een waargebeurd verhaal over een Britse prins die vanwege zijn epilepsie wordt opgesloten.
Korte inhoud: In de eerste aflevering zien we hoe een schimmige figuur zich ’s nachts een baan waagt door de mistige, verlaten straten van het Londen van de jaren dertig. Het blijkt om de zwarte jazzmuzikant Louis Lester (Chiwetel Ejiofor) te gaan, die de hulp komt vragen van zijn vriend, Stanley (Matthew Goode) om het land uit te geraken. Voor we te weten komen waarom Lester eigenlijk de zee over wil, worden we echter 18 maanden het verleden in gekatapulteerd. Stanley is een invloedrijke muziekjournalist en criticus voor een toonaangevend magazine. Nadat hij tijdens een kelderconcert de Louis Lester Band aan het werk ziet, stuift hij hun kleedkamer binnen met de vraag om te komen optreden in het prestigieuze Empire Hotel. Aanvankelijk zien noch bandleider Lester, noch zijn bandleden het aanbod zitten. Het hotel staat immers hoog aangeschreven en geen enkel van de zwarte jazzmuzikanten verwacht dat ze zullen geaccepteerd worden door de rijke gasten die daar verblijven of er naar muziek komen luisteren. Stanley zet echter door en weet de band te overtuigen, maar houdt verborgen dat het hotel hem in het geheim betaalt om meer mensen te lokken, bijvoorbeeld door telkens positieve reviews te schrijven over de concerten die daar plaatsvinden.
Tijdens het optreden wordt al snel duidelijk dat vooral de oudere aanwezigen het niet zo begrepen hebben op zwarte muzikanten op ‘hun’ grondgebied, maar de band maakt ook contact met een aantal welgestelde mensen die hen willen steunen, zoals fotografe annex fashionista Sarah (Janet Montgomery) en haar vrienden, Pamela (Joanna Vanderham) en Julian (Tom Hughes). Ook de teruggetrokken Engelse aristocrate xx (Jacqueline Bisset), die in het Empire Hotel zelf woont, zal instrumentaal blijken voor een latere doorbraak. Tenslotte luistert Lester ook wijselijk naar het advies van de doorgewinterde jazzliefhebber xx (Anthony Head), die hem adviseert om een zangeres aan te trekken, waarna de muzikant prompt beste vriendinnen Jessie (Angel Coulby) en Carla (Wunmi Mosaku) in zijn groep opneemt. Ook de Amerikaanse industrieel Masterson (John Goodman) blijkt gaandeweg een belangrijke factor te zijn.
Met de steun van het groepje rijken, lijkt het erop dat de weg naar roem en faam finaal is ingeslagen, maar toch blijft de band onderweg kampen met een hele hoop problemen, waaronder racisme, wankele relaties en zelfs een paar moorden…
© British Broadcasting Corporation
Poliakoff ontdekte tijdens zijn onderzoek dat twee van de Britse prinsen tijdens de jaren dertig grote jazzfanaten waren, die voortdurend de Londense bars en concerten afschuimden in een poging om hun dorst naar spannende, innoverende muziek te lessen. Toen hij dat gegeven als basis begont te gebruiken voor zijn verhaal, kwamen er echter nog meer thema’s naar boven, zoals de kloof tussen arm en rijk. Ook het welig tierende racisme was een item waar Poliakoff absoluut meer over wilde zeggen, maar dan zonder ooit belerend of superieur over te komen.
© British Broadcasting Corporation
Dat zijn miniserie op een jaargang tijd werd genomineerd voor acht prijzen en ook nog 15 nominaties in de wacht wist te slepen, zegt trouwens meer dan genoeg. Let overigens ook zeker op de fantastische muziek. Die is eigenlijk niet uit de jaren dertig zelf afkomstig, maar wel uit de pen van niemand minder dan Emmywinnaar Adrian Johnston. De serie is ondertussen de krijgen op DVD.
*** trailer ***