Hij was decennialang een van de machtigste en meest invloedrijke mensen ter wereld, maar in deze biopic van Clint Eastwood kom je slechts bij vlagen te weten wie J. Edgar Hoover nu precies was. Eastwood lijkt bij momenten niet te weten wat hij met het complexe karakter van Hoover moet aanvangen waardoor J. Edgar (2011) vooral een beschrijvende film zonder al te veel controverse is geworden. Nochtans was Hoover een erg omstreden figuur die de FBI uitbouwde tot een machtige organisatie, maar tegelijkertijd ook niet vies was van enige chantage en omkoping. Oliver Stone zou likkenbaarden met zo’n onderwerp, maar in handen van Eastwood blijft het dus allemaal redelijk braaf.
Korte inhoud: J. Edgar Hoover (Leonardo DiCaprio) werd in 1924 benoemd tot directeur van het Bureau of Investigation, de voorloper van het FBI, een functie die hij tot zijn dood in 1972 zou blijven bekleden. Gebrand op macht en aanzien neemt Hoover de touwtjes van het bureau stevig in handen. Hij duld geen tegenspraak, ook niet van zijn eigen medewerkers en kent zijn eigen methodes en werkwijzen. In de nadagen van zijn leven vertelt Hoover zijn leven en carrière aan een journalist die zijn verhaal in een biografie zal gieten.
Een van de sterkste scènes uit J. Edgar is wanneer Hoover eindelijk genoeg moed lijkt te hebben verzameld om aan zijn overbezorgde en dominante moeder Annie (Judi Dench) te bekennen dat hij meer voelt voor zijn rechterhand Clyde Tolson (Armie Hammer) dan pure vriendschap. Net dan begint zijn moeder over een jongen die zelfmoord pleegde nadat hij uit de kast gekomen was en besluit ze met de woorden: ‘I’d rather have a dead son than a daffodil’.
Woorden die bij Hoover aankomen als een mokerslag en hij slikt zijn woorden weer in waarna er niet meer over zijn vermeende homoseksualiteit werd gepraat. Het is een scène die het ambivalente in de persoon van Hoover uitstekend weergeeft: op professioneel gebied had hij de touwtjes stevig in handen en hield hij uitgebreide dossiers bij van zijn omgeving en tegenstanders om hen bij tijd en stond te chanteren, maar anderzijds worstelde hij in zijn eigen privéleven met zichzelf, en durfde hij niet ingaan tegen zijn eigen moeder. Dit aspect van zijn persoon hield hij grotendeels uit de schijnwerpers.
Onder acht verschillende presidenten jarenlang een van de machtigste mensen ter wereld zijn, en dan ook nog eens een interessant verborgen persoonlijk leven hebben, het is natuurlijk veel materiaal om in een film van 137 minuten te stoppen. Het grootste manco aan J. Edgar is dan ook dat er veel te veel bruikbaar materiaal voorhanden is waardoor er belangrijke dingen amper aan bod komen en de rest redelijk beschrijvend blijft.
Zo was Hoover geen grote fan van de Amerikaanse burgerrechtenbeweging, maar kom je niet te weten waarom dit zo is, net als wat hij persoonlijk tegen Martin Luther King heeft. Hoover blijkt ook een meestermanipulator te zijn geweest die zijn eigen inbreng in enkele spectaculaire zaken (zoals de ontvoering van de baby van Charles Lindbergh en de arrestatie van John Dillinger) groter afdeed dan het geval was. Zo blijkt Hoover aan het einde van de film niet de meest betrouwbare verteller te zijn geweest.
Genoeg interessante verhalen voor een boeiende film, maar Eastwood wil te veel vertellen op te korte tijd. De regisseur speelt op veilig en wil niet te veel standpunten innemen, waardoor J. Edgar vooral een aaneenschakeling is van het Hoovers ene professionele succes na het andere, afgewisseld met zijn moeizaam privéleven.
Het scenario van Dustin Lance Black wisselt beide kanten van Hoover slim af, en toont vooral een diep eenzame man die zich halsstarrig vastklampt aan de macht. Black had natuurlijk al ervaring met het schrijven van politieke biopics, hij heeft namelijk al een Oscar op zijn schoorsteenmantel staan voor het script van Milk. Toch weet Black hier minder te overtuigen dan met het scenario van Milk, daarvoor is J. Edgar te fragmentarisch opgebouwd waardoor het geheel al snel rommelig gaat aanvoelen en de aandacht van de kijker niet altijd wordt vastgehouden.
© Warner Home Video
J. Edgar biedt wel een uitstekend portret van de verschillende generaties en tijden waarin de film zich afspeelt. Er wordt regelmatig teruggesprongen naar de jaren ’20 en ’30 wanneer Hoover zijn carrière begint uit te bouwen, terwijl hij zijn verhaal vertelt in de jaren ’60. De mensen van het decor decor en de kostuums hebben in ieder geval uitstekend werk verricht. Visueel is J. Edgar een behoorlijk donkere film die het geheel een somber toontje geeft.
Leonardo DiCaprio is uitstekend op dreef als het titelpersonage maar soms lijkt de film een langgerekte promotiecampagne om DiCaprio aan een Oscar te helpen. De acteur spreekt met een zwaar accent en zit het grootste deel verstopt onder een dikke lage make-up om van hem een geloofwaardige zeventiger te maken. IJdele moeite overigens want DiCaprio werd niet eens genomineerd voor een Oscar.
Ook Armie Hammer en Naomi Watts zijn in vele scènes haast onherkenbaar weggewerkt onder veel te veel make-up wat het allemaal ook niet echt geloofwaardig maakt en de overdaad aan oude mensenmake-up leidt de aandacht af. Hammer is echter overtuigend als Hoovers partner Tolson en ook Judi Dench springt eruit als Hoovers moeder. Watts daarentegen krijgt niet echt veel scènes om een blijvende indruk na te laten.
J. Edgar is een biopic geworden die je een beetje achterlaat met een onvoldaan gevoel. Je krijgt enerzijds wel inzichten in de complexe man die Hoover was, maar anderzijds is de man J. Edgar Hoover ook te complex om in het korte bestek van een film helemaal te ontraadselen. Het jammere is vooral dat Eastwood ook niet echt veel moeite lijkt te doen om deze J. Edgar Hoover te doorgronden. Toch een gemiste kans.
Op de blu-ray vind je één extra, namelijk de documentaire J. Edgar: The most powerful man in the world waarin de cast en crew kort ingaan op het leven en de carrière van Hoover.
Beoordeling: 2.5 / 5
Recensie door Karen op 22 mei 2012
*** J. Edgar trailer ***