Gisteren ging de 38ste editie van het FilmFestival van Gent van start met de bloedstollende voltreffer Tinker Tailor Soldier Spy (2011) van de Zweedse cineast Tomas Alfredson (Let the Right One In), die hier zijn eerste Engelstalige langspeelfilm regisseert. De thriller is gebaseerd op de roman uit 1974 van de Brit John le Carré, die ook al het verhaal schreef van The Tailor of Panama (2001) en The Constant Gardener (2005), waarvoor hij een Oscar-nominatie kreeg. Jawel, deze nieuwe prent is zeker ook wel een Oscar-kandidaat.
Korte inhoud: In de sombere dagen van de Koude Oorlog geniet de spionage veteraan George Smiley (Gary Oldman) van de Britse geheime dienst van zijn pensioen. Wanneer blijkt dat een oud-collega van Smiley een Russische spion is, wordt hij teruggeroepen door MI6 en gevraagd de spion op te sporen.
Ik had noch het boek gelezen of de tv-serie gezien, en werd dus voor de eerste keer blootgesteld aan de geneugten van een echte misdaad intrige met een ingenieus labyrint-plot. Het verhaal speelt zich af in het Londen van de jaren 70, in een verscholen draaikolk van spanningen tussen het kapitalistische Westen en de communistische Sovjet-Unie. Een spanningsveld die nog moet bekoelen na de Cuba Crisis in 1962, maar nog steeds zijn onderhuidse uitspattingen kent in gouvernementele organisaties en geheime diensten. Complotten worden gevormd, informatie doorgespeeld en gestolen, mensen worden verraden en nu en dan vallen er zelfs slachtoffers. En wanneer de Britse geheime dienst, onder leiding van ‘Control’ (John Hurt), hoogte krijgt van een mogelijke dubbelspion in hun organisatie, die informatie zou doorspelen aan Moskou, is het kot te klein en moeten er maatregelen worden genomen.
Een beetje overhaast stuurt hij agent Jim Prideaux (Mark Strong) op missie om een Hongaarse generaal te laten overlopen die blijkbaar meer weet over de zaak. Zijn rechterhand Smiley (Gary Oldman) wordt echter niet ingelicht. Maar alles loopt fout wanneer Prideaux gevangen wordt genomen en men niet zeker weet tot waar de invloed van de dubbelspion zich uitstrekt. Met het overlijden van Control een paar maand later wordt Smiley gedwongen met pensioen gestuurd. Maar het duurt niet lang alvorens Smiley wordt opgeroepen om een tip op te volgen van agent Ricki Tarr (Tom Hardy) en uit te zoeken waar Control mee bezig was. Voor deze missie krijgt hij een jongere assistent onder zijn hoede, genaamd Peter Guillam (Benedict Cumberbatch). Snel worden er 5 hoofdverdachten aangeduid als mogelijke mol van de Britse Geheime Dienst. Deze 5 hebben allemaal een codenaam gekregen afkomstig uit een kinderrijmpje: te beginnen bij Control’s opvolger Percy Allenine (Toby Jones) alias “Tinker”, en gevolgd door zijn afdelingshoofden; Bill Haydon (Colin Firth) alias “Tailor”, Roy Bland (Cíaran Hinds ) alias “Soldier”, Toby Esterhase (David Dencik) alias “Poorman” en “Beggarman” is Smiley zelf. Wie van deze vijf is de dubbelspion?
De auteur van deze film heet trouwens David Cornwell en “Le Carré” was zijn codenaam wanneer hij nog actief was in de Geheime dienst. Hij spreekt dus uit ervaring. De man is ondertussen al 80 jaar, en heeft misschien de opportuniteit gemist om net zoals Ian Fleming een aantal James Bond verhalen uit te werken. Maar het zou misschien wel een compleet ander soort Bond zijn. De gespierde charmeur zou misschien wel ingeruild worden voor een grijze muis met bril, een beetje zoals het hoofdpersonage in Tinker Tailor Soldier Spy. In zijn verhaal is er ook geen sprake van megalomane schurken op exotische locaties, maar heeft alles een meer bureaucratische vertaling. Het grootste verschil is dat Fleming de klemtoon legt op actie, terwijl Cornwell de voorkeur geeft aan het narratieve en de dialogen. Maar heel wat zaken komen ook terug, zoals de codenaampjes. Hier hebben we te maken met ‘Control’, terwijl Fleming het had over een zekere ‘M’.
En in een spionage-thriller van 127 minuten waar de dialogen, en niet de actie, de plot uitbouwen zijn talentvolle acteurs van cruciaal belang. En dit is hier zeker het geval. De acteurs weten dat ze de film niet mogen verzuipen in ellenlange expositie, maar verwennen de toeschouwer met geraffineerde vertolkingen. Je krijgt zelfs kippenvel wanneer Gary Oldman op een gegeven moment een monoloog opvoert. Oldman heeft zich die rol volledig toegeëigend. Maar ook Tom Hardy blijft ons opnieuw verrassen met een uitstekende vertolking. Maar in deze mannenwereld duiken ook een paar vrouwen op die niet onopgemerkt de revue passeren, en dan met name Kathy Burke als een gepensioneerde SIS (MI6 / The Circus) medewerker. Zelf vond ik haar vertolking ver onder het niveau van de andere acteurs liggen, en dit is misschien één van de weinige minpuntjes aan deze prent. Burke mist ook wat geloofwaardigheid, iets wat je bij de andere acteurs nooit ervaart.
© Entertainment One
Het paranoïde sfeertje in de film wordt bijzonder wel in beeld gebracht door de Zwitser Hoyte Van Hoytema (Let the Tight One In, The Fighter), die in samenspraak met de production design de tijdsgeest perfect weet te schilderen met veel grijs en bruin-tinten in een korrelig, bleek en melancholiek geheel. De set decorateur heeft er tevens voor gezorgd dat de acteurs heel veel props hadden uit die tijd waarmee ze konden spelen tijdens hun dialogen. En het werk! Het oog voor detail zorgt ervoor dat onze aandacht wordt vastgehouden, en de muziekscore van Alberto Iglesias (die vaak samenwerkt met Pedro Almodóvar) help daarbij. Toch ben ik ervan overtuigd dat ik de film zelfs nog beter zal vinden na een tweede visie, gezien je niet alle informatie in een eerste zit kan opvangen en de film ook zal groeien naarmate je meer vertrouwd zal raken met de personages en de gebeurtenissen.
Tinker Tailor Solder Spy is zeker een aanrader voor een volwassen publiek. Het is een film die in ieder geval zijn stempel zal zitten op komende filmfestivals, en in het bijzonder de Oscars, waar Brad Pitt meteen een belangrijke mededinger voor de Oscar van Beste Acteur zal krijgen. Ik moet Moneyball (2011) nog zien, maar deze film heeft de lat wel erg hoog gelegd. Reden genoeg om naar deze film te gaan. Ik ga ondertussen uitkijken naar de verfilming van de opvolger die le Carré schreef, The Honourable School Boy.
Beoordeling: 4 / 5
Recensie door Dave op 12 oktober 2011