Voor wie zich al eens in de straten van de Noord-Ierse hoofdstad Belfast is geweest, zal wel gemerkt hebben dat de strijd tussen katholieken en protestanten zijn sporen heeft nagelaten. Al sinds het ontstaan van de staat Noord-Ierland staan de bevolkingsgroepen lijnrecht tegenover elkaar, maar in 1969 neemt de strijd een gewelddadige wending. Vooral Belfast was vaak het doelwit van terreur, maar de IRA (Irish Republican Army) sloeg ook in Engeland regelmatig toe met bloederige terroristische aanslagen.
De talrijke gewelddadige muurschilderingen herinneren aan die jarenlange strijd. Aan Falls Road bijvoorbeeld, in de katholieke wijk, is een beroemde schildering te zien van Bobby Sands, wellicht de bekendste republikeinse martelaar. Sands werd als prominent IRA-lid opgepakt door het Engelse leger. Hij ging op 1 maart 1981 in hongerstaking om te worden erkend als politiek gevangene. De Engelse regering zag hem als crimineel en terrorist. Iron Lady Margaret Thatcher gaf niet toe maar Sands gaf niet op, spijtig genoeg wel zijn lichaam… Ditalles is te zien in Hunger (2008) van debuut-regisseur Steve McQueen (neen, niet de acteur).
Korte inhoud: In de beruchte Maze gevangenis worden terroristen van de IRA gevangen gehouden. De mannen worden blootgesteld aan geestelijke en fysieke martelingen. Een van hen, politiek activist Bobby Sands (Michael Fassbender), besluit om in hongerstaking te gaan uit protest tegen de erbarmelijke omstandigheden waarin hij en zijn medegevangenen moeten leven.
Maar dit is niet de eerste verfilming van de gevangenschap van Sands en andere Noord-Ierse hongerstakers. De meest bekende is ongetwijfeld Some Mother’s Son (1996), met John Lynch als Sands en Helen Mirren als diens moeder. Verder is de film H3 (2001), omdat deze geschreven werd door een van de overlevenden van de hongerstaking, Laurence McKeown. En nu is er dus Hunger. Regisseur Steve McQueen is een gelauwerde beeldend kunstenaar die onder meer de prestigieuze Turner Prize op de schoorsteenmantel heeft staan. Het relaas van Bobby Sands, dat hij als kleine jongen via de televisie volgde, heeft hem altijd gefascineerd. “I was about 11 years old, and this guy called Bobby Sands appeared on the TV screen, with a prison number on him. It was a real coming-of-age thing, an image that stuck in my psyche.” Als je ouder bent geef je dingen uit je jeugd een plaats. McQueen deed dat door zijn visie op de gebeurtenissen te verfilmen.
Hunger zou een erg fysieke film geworden zijn, die niet alleen gaat over een hongerstaking, maar ook over een man die kiest waar hij voor wil leven en waar hij voor bereid is te sterven. McQueen meent dat die vraag zijn weerklank heeft in de wereld van vandaag de dag. De hoofdrol wordt gespeeld door de Duits-Ierse acteur Michael Fassbender, die tot afgrijzen van zijn omgeving van 73 naar 57 kilogram ging, ter voorbereiding op zijn rol. Het duurde vijf jaar om de film te maken, maar slechts drie en een halve week om de scènes op te nemen. “With a two-and-a-half month break for Mike to lose weight.” Andere rollen zijn er voor Stuart Graham, Larry Cowan en Liam Cunningham als Father Moran, de priester die Sands ervan tracht te overtuigen zijn hongerstaking te beëindigen. Het scenario werd geschreven door McQueen en Enda Walsh, die ervoor kozen om de film in drie delen te splitsen. Het eerste, bijzonder heftige deel richt zich op de erbarmelijke omstandigheden in de Maze Prison, waar de gevangenen bruut worden afgeranseld. Het tweede deel bestaat uit een intense dialoog tussen Sands en priester Moran – het werd één lange take van zeventien minuten die doet denken aan Samuel Beckett. Een scène waarin McQueen bij uitstek zijn achtergrond als beeldend kunstenaar kan tonen. Het derde deel tenslotte draait om de hongerstaking zelf.
McQueen koos er bewust voor geen partij te kiezen. “I identify with the warden, Ray, just as much as I identify with Bobby Sands. I identify with him because it’s a situation where, no matter which side you’re on, you have to make choices. He was a man doing his job.” Hunger is dus geen film over wie of wat goed is of niet, maar over een unieke humanitaire situatie die gevolgen heeft voor alle betrokkenen. In de crew zaten mensen die familie of vrienden waren/zijn van de hongerstakers, wat de film nog een extra dimensie geeft. McQueen was dan ook geïnteresseerd in hun verhalen, in de details die je niet terugvindt in de geschiedenisboeken. Het maakt van Hunger dan ook een intieme maar bijzonder confronterende film. Criticasters – veelal mensen die politiek bij de zaak betrokken zijn – menen dat het Noord-Ierse conflict zich niet leent voor een kunstzinnige film als Hunger. De filmpers is echter vrijwel unaniem lovend over McQueens opmerkelijke en gewaagde debuut. In Cannes, waar de film meedeed in de competitie Un Certain Regard, kreeg de regisseur zowel de Caméra d’Or als de Fipresci-prijs (erkenning van de internationale filmpers) toebedeeld. Loftuitingen die de verwachtingen voor deze film alleen maar verder opkloppen! Deze onverbloemde prent met al zijn confronterende details komt op 12 november 2008 bij ons in de zalen.