Het zal niemand ontgaan zijn dat het leven alsmaar duurder wordt. En dat geldt uiteraard ook voor het filmticket of een doos popcorn bij jouw lokale bioscoop. En gezien deze filmblog zo nu en dan mensen aanzet om hun geld op te doen aan het bekijken van films, heb ik hier 10 handige tips om wat geld uit te sparen. Niet dat ik het voel als een morele verplichting, maar ik heb er gewoon ook een immense hekel aan dat die prijzen in de bioscoop blijven stijgen. En dat terwijl een B-acteur zoals Chris Tucker zomaar eventjes meer dan 25 miljoen dollar krijgt voor een filmrol. Trouwens, waarom in godsnaam moet een film als Superman Returns (2006) zonodig 270 miljoen dollar kosten, een Spider-Man 3 (2007) een slordige 260 miljoen dollar of nog een saaie komedie als Evan Almighty (2007) een gigantische 170 miljoen dollar? Zal het iemand nog verbazen waarom WIJ ons filmticket zo duur betalen? En waarom? Elk van die films kon gemakkelijk gedraaid worden met 1/3 van het prijskaartje en daar zou nauwelijks kwaliteitverlies merkbaar zijn. Laat staan dat deze 3 films waarschijnlijk veel beter hadden geweest met iets minder CGI.
1. Een bioscoopcomplex op maat.
Kinepolis is duurder dan UGC. Bij Kinepolis betaal je gemiddeld 8,50 euro per ticket (gezien quasi alle films tegenwoordig een digitale projectie hebben zijn er nog maar weinig films aan 8 euro). De prijs voor een ticket bij UGC bedraagt vandaag nog 7,50 euro. Studentenkaarten, abonnementen en andere kaarten zorgen ervoor dat jullie een paar eurocenten uitsparen per bioscoopbezoek. Reken voor jezelf eens uit hoeveel keer en wanneer je meestal naar de bioscoop gaat en neem één van de voordeelskaarten (zoals een Carte 5 of een 100 FilmDays kaart – UGC blijft in de meeste gevallen ook hier goedkoper).
Kleinere bioscopen zijn dan weer op hun beurt goedkoper dan UGC en Kinepolis. De prijs varieert rond de 6,50 euro. Het is trouwens niet altijd zo dat je veel moet inboeten aan comfort. Integendeel, in Kinepolis Brussel met zijn comfortabele zetels en zijn THX-sound system heb je bijvoorbeeld meer last van loeiende gsm’s, onruststokers met popcorn en kletsende tieners die lustig hun stinkende nachos vreten temidden van een voorstelling. Zoiets kan de film nog meer verpesten dan een krakende zetel of een iets kleiner doek. Kleinere bioscopen trekken ook een meer cinefiel publiek aan, en in de regel hebben deze mensen iets meer respect voor de andere mensen in de zaal.
Ik ga meestal blockbusterfilms zien in grote complexen op een laat uur in de week, terwijl kleinere films of drama’s in kleinere bioscopen mijn voorkeur draagt. Filmfestivals zijn dan weer de gelegenheid bij uitstek om films te gaan zien die niet in andere complexen vertoond zullen worden (je kunt zelfs cultuurbonnen aanvragen bij de Vlaamse Gemeenschaps-commissie waarmee je gratis naar het Bifff kunt). Grote blockbusters ga ik NOOIT zien op filmfestivals (meestal is het ticket te duur en zit de zaal ook propvol – terwijl je de film een paar weken later met iets meer comfort kan bekijken in een ander complex)
2. In de vroege uurtjes naar de cinema.
Matinee-voorstellingen zijn goedkoper dan gewone voorstellingen, tot soms 1 euro goedkoper. Je moet er natuurlijk de maag voor hebben, maar in de vroegere uurtjes is het ideaal om een komedie of een romantsiche film mee te pikken. Je dag kan daarna niet meer stuk.
3. Eet en plas, alvorens je naar de film gaat.
Als je geen 7 euro wil betalen voor een cola of 5,50 euro voor een doos popcorn, ga dan naar het winkeltje om de hoek en koop een blikje cola voor 80 eurocent en wat snoep voor 2 euro. Vergeet niet te plassen alvorens je naar de film gaat. Als je in het midden van de film moet opstaan, mis je niet alleen een stuk van het verhaal, maar je stoort ook andere mensen. Je betaalt trouwens ook tussen de 30 en 50 eurocent voor een plasbeurt. En neen, je hoeft geen popcorn te eten om van een film te kunnen genieten. Dat doe je toch ook thuis niet.
Dat al die prijzen schandalig hoog liggen heeft te maken met het feit dat bioscoop-complexen het lef niet hebben om samen met andere bioscopen te protesteren tegen de gulzigheid van de studio’s. Een studio kan gemakkelijk 80% (!) van de prijs van het filmticket weerhouden in de eerste releaseweek. Bioscoopcomplexen werken niet in de film-business, maar wel in de horeca-business. Indien zij een pact zouden sluiten met elkaar en het been stijf houden tegenover de vraatzuchtigheid van de studio’s, zou de ticketprijs fors kunnen dalen. De studio’s zouden op hun beurt, als een gevolg van dit inkomstenverlies, de monsterpremies – die aan B-acteurs als Chris Tucker worden toegekend – moeten herzien.
4. Investeer nog niet in HD-systemen.
Ik heb hierover al een aantal berichten geschreven. Het is nog veel te vroeg om uit te maken welk systeem de bovenhand zal halen. Komt daarbij dat de prijzen nog veel te hoog liggen. Dit geldt trouwens ook voor die grote flatscreens, die zeker niet allemaal HD-compatibel zijn. Een gewone DVD biedt nog altijd zeer hoge kwaliteit. En zeg nu zelf, het is niet altijd nodig om de neusharen te kunnen zien van een acteur tijdens een kusscène.
5. Naar de videotheek.
Sommige films moet je echt niet zien in de bioscoop. Dat je Transformers (2007) wil zien op het witte doek, fair enough. De audio en beeldkwaliteit is bij dergelijke actiefilms van cruciaal belang. Deze verreisten zijn niet essentieel voor het bekijken een een b-film, een sociale documentaire of een ietwat platte komedie; ik denk dan aan Norbit (2007), Sicko (2007) of Knocked Up (2007). Deze films kan je gerust op DVD huren, in een videotheek of bibliotheek en bekijken op een luie zondag-namiddag.
6. Lees De Ultieme FilmBlog of andere filmsites.
We zeggen wel dat we niet luisteren naar filmcritici, maar dat doen we uiteindelijk wel. Maar dat betekent niet dat wanneer iemand een film afkraakt, dat we de film in kwestie niet gaan zien. Enkel door de bespreking van de film kan de interesse al opgewekt worden. ‘De slechtste publiciteit is wanneer er niet over je film wordt gesproken’. Hoe dan ook, ‘smaak in films’ is iets heel subjectief en enkel JIJ kent wat je ZELF wil en niet wil zien. Maar je kan uiteraard veel geld uitsparen als je af en toe eens komt lezen op een filmblog. Het zijn (in het beste geval) ervaringsdeskundigen die het vaak bij het rechte eind hebben en aanvoelen of het de moeite is om 8,50 euro te betalen.
7. Uitwisseling met kennissen.
Doe dit echter enkel en alleen met mensen die weten hoe ze een DVD moeten behandelen. Het lijkt iets wat iedereen kan, en toch slaagt 3/4 van de bevolking er maar niet in om een DVD zonder vingerafdrukken in een DVD-player te steken én uit te halen om nadien – nog steeds zonder afdrukken – opnieuw in het doosje te steken. Het is wel iets wat je gemakkelijk kan verifiëren. DVD’s uitwisselen is in ieder geval besparend, én je ziet hiermee vaak films die je anders nooit zelf zou hebben gehuurd/gekocht.
8. Een DVD in promotie.
Bij MediaMarkt of bij FreeRecord Shop kan je vaak een koopje doen en DVD’s aanschaffen voor gemiddeld 5 à 7 euro. Wees ook niet bang om even een kijkje te nemen in een 2de handszaak. Let wel op vingerafdrukken en eventuele krassen op de schijf. Maar bij de betere verkoopspunten (bv. Anspachlaan in Brussel) zijn de DVD’s op voorhand wel gecontroleerd (betaal nooit meer dan 13 euro, tenzij voor een speciale editie).
9. Vanavond op TV.
Elke dag kan je wel een film meepikken en tegenwoordig kan je met Digitale zenders gemakkelijker films opnemen en bekijken wanneer je er de tijd voor hebt. Je kunt de reclame op deze manier zelfs gemakkelijk doorspoelen. Zalig!
10. Laat je vriendin betalen. 🙂
Dat geldt uiteraard niet voor diegene die hun lief willen behagen in de bioscoop, maar misschien wel voor zij, zoals mezelf, die de slechte gewoonte hebben aangeleerd om altijd te snel hun geld boven te halen. lol. Wissel misschien eens af. Jij betaalt voor de films die jij absoluut wil zien en vise-versa.
Ziezo, ik hoop dat ik niets “legaals” over het hoofd heb gezien, anders mag je me dat gerust in de commentaren weten te zeggen. Ik hoop in ieder geval dat dit lijstje jullie een paar euro’s kan doen besparen.