Ik had op de schoolbanken ooit The Merchant of Venice gelezen, het controversiële stuk van William Shakespeare over de Joodse woekeraar Shylock, die 3000 dukaten leent aan koopman Antonio in ruil voor 1 pond van zijn vlees indien hij de schuld niet zou kunnen terugvorderen. Het rook een beetje naar anti-semitisme en zeker ook de verschillende bewerkingen van het stuk op de planken, deden uitschijnen dat Shakespeare het niet goed meende met de Joodse bevolking.
Maar niets is minder waar. Integendeel, Shakepeare toont ons in dit stuk de gevolgen van onverdraagzaamheid, en de film, The Merchant of Venice (2004) is wel één van de betere vertalingen van het werk, die eigenlijk bedoelt was als een soort tragi-komedie.
Ik dacht even dat alle goede Shakespeare-drama’s nooit meer tot hun recht zouden komen zonder Kenneth Branagh, die na de vele kritieken op zijn Love’s Labour’s Lost (2000) er definitief de brui aan gaf. Wel, niet helemaal. The Merchant of Venice is een film die zeker gezien mag worden.
Korte inhoud: Het verhaal speelt zich af in Venetië van de 16e eeuw, en volgt de arme, passionele edelman Bassanio (Joseph Fiennes) die niets liever wenst dan de mooie, rijke en nobele Portia (Lynn Collins) te trouwen. Hij vraagt daarom zijn rijke vriend Antonio (Jeremy Irons) hem 3000 dukaten te lenen. Antonio stemt toe, maar omdat hij al zijn geld gestoken heeft in handelsschepen, die nog op zee varen, zijn ze gedwongen om de rijke Joodse woekeraar Shylock (Al Pacino) te benaderen.
Shylock die als Jood gekrenkt is, juist door de mannen die hem nu nodig hebben, ziet de kans om wraak te nemen. Hij geeft de lening, maar op de voorwaarde dat Antonio borg staat voor Bassiano. Indien Bassiano niet op tijd het bedrag aflost, zal hij het geld op Antonio verhalen. Zo niet dan heeft hij recht op een pond vlees uit de hartstreek van Antonio’s lichaam. Terwijl Bassiano zijn geliefde Portia het hof maakt, vergaan de vrachtschepen van Antonio.
Er zijn dus drie verhaallijnen die elkaar kruisen: Het ene verhaal draait rond de koophandelaar Antonio en zijn liefde voor de jonge Bassanio, zijn boezemvriend. Bassanio extravagante levensstijl vormt de oorzaak van zijn geldnood. Om Portia, de liefde van zijn leven, te behagen moeten Bassanio en Antonio beroep doen op de rijkdom van Shylock, met een luguber contract tot gevolg. De tweede verhaallijn draait rond Portia, die de erfenis van haar vader ondergaat waarin zij zich moet verloven met diegene die haar foto kan vinden in één van de 3 gesloten koffers die elk vergezeld zijn van een raadsel. Bassanio weet de juiste koffer te openen en zijn liefde te verklaren aan de mooie Portia. Maar wanneer nieuws komt dat Antonio in problemen verkeert, en Bassanio moet vertrekken, beslist Portia hetzelfde te doen en haar nieuwe man in waarde in te schatten. De derde verhaallijn draait uiteraard rond de Joodse woekeraar Shylock die het vaak aan de stok krijgt, alsook zijn joodse broeders, met de Venetiaanse christelijke bevolking. Hij ziet echter de kans om wraak te nemen op iemand die hem heeft bespot. Zijn dochter, Jessica, is verliefd op een jonge christen en verlaat Shylock en neemt ook nog eens een deel van zijn rijkdom mee. Dit zal zijn haat nog meer aanwakkeren en hij beslist Antonio niet te sparen. Hij zal een verdubbeling van zijn geld niet aanvaarden, enkel 1 pond van zijn vlees, ook al moet Antonio daarvoor sterven.
© Dutch FilmWorks
Toch blijft alle aandacht gaan naar het personage van Shylock, ook al wordt duidelijk naar het einde dat Bassanio eigenlijk het hoofdpersonage is. Maar Bassanio is van alle karakters de minst interessante figuur. Bijgevolg duren de scènes met hem vaak iets te lang en wil je eigenlijk weten wat er gebeurt met Shylock en zelfs Antonio.
Het beste van de film is zijn gebalde, intelligente structuur – gezuiverd van veel te lange monologen en met heel veel oog voor realisme en de merites van het filmmedium – alsook de evenwichtige vertolking van Shylock door Al Pacino. In tegenstelling tot wat de trailer deed vermoeden speelt Pacino de rol heel ingetogen. Hij personifieert een complex individu wiens daden men misschien niet meteen kan rechtvaardigen, maar zeker wel begrijpen. Op bepaalde momenten gaat men zelfs sympathie voelen voor het personage. Shylock is geen monster, maar iemand die over de grens van het menselijke wordt gedreven door anti-semitisme. En het lot zal hem ook nog eens alles ontnemen. Jammer van het Joods-accent die Pacino hanteert, maar ik had dit er bijvoorbeeld niet zo uitdrukkelijk gebruikt op die manier. Het leidt ons teveel af.
Shakespeare is zeker aanwezig in deze verfilming. De personages, de structuur en vooral de dialogen zijn en blijven meesterlijk. Elk Shakespeare verhaal kan je in een hedendaags kleedje stoppen, maar de tekst komt pas echt tot zijn recht in deze Elizabethaanse context. De film maakt de teksten zeker iets meer verteerbaar voor de hedendaagse filmkijker, maar de poëzië van de taal blijft wel gespaard.
© Dutch FilmWorks
Verdienstelijk acteerwerk van Jeremy Irons, die zijn rol onderspeelt met heel veel flair en talent. Joseph Fiennes zit behoorlijk in zijn rol wanneer hij iets te doen heeft, maar wanneer hij toeschouwer is aan het gebeuren verdwijnt hij in de grijze massa en lijkt hij op Joseph Fiennes met pruik en hoed. Lynn Collins had een fantastische rol om te spelen, maar is beduidend minder begerenswaardig dan Gwyneth Paltrow in de iets lichtere Shakespeare in Love. En dit heeft weinig te maken met de fysieke schoonheid, dan wel de soepelheid van de vertolking. De rest van de cast (Zuleikha Robinson, Kris Marshall, Charlie Cox, Heather Goldenhersh) is mij niet in het bijzonder opgevallen.
De regie van de film was in handen van regisseur Michael Radford (Il Postino, Nineteen Eighty-Four), die een puike prestatie neergezet, en die vreemd genoeg van dit drama springt naar de Shrek spin-off Puss ‘n’ Boots (2006). Van veelzijdigheid gesproken.
Toch kan je je niet geheel ontdoen van het gevoel dat de film met zijn vele kwaliteiten niet echt kan overtuigen, noch in de tragiek, noch in de humor. Soms voel je teveel de kostuums en de stereotypering van bepaalde figuren uit die tijd. Het is één zaak om je inspiratie te halen bij grote schilders zoals Pieter Brueghel of Canaletto, maar het is een andere zaak om die taferelen ook te laten werken op het scherm. En daar heeft Michael Radford het toch af en toe moeilijk mee. De mise-en-scènes in de film zijn houterig en de montage laat af en toe steken vallen. Ook de na-synchronisatie laat vaak te wensen over en dat doet voor een film van een dergelijk kaliber toch pijn.
Het einde van de film is een serieuse anti-climax. Gedurende het verhaal krijg je een verborgen sympathie voor Shylock – zeker door de menselijke portraitering van Pacino en de Martin Luther King-achtige speeches – en voel je een lichte wrok tegenover die Venitianen die Shylock hebben gemaakt wie hij is. Maar er is geen weerwraak, slechts een bevestiging van zijn plaats in de maatschappij, uitgesloten van de rest.
The Merchant of Venice is een behoorlijk goede film die op een zeer verfijnde en respectvolle manier de tekst van Shakespeare heeft benaderd, zonder de kijker in een welbepaalde richting te sturen. De film is slim, grappig, tragisch, soms schokkend en is gezegend door een knappe fotografie van Benoît Delhomme (die blijkbaar een deel van de set van Girl with a Pearl Earring), die ons echt onderdompelt in het schilderachtige, burleske en soms decadente Venetië uit die tijd. Al bij al, ben ik blij met deze film, want het helpt Shakespeare voor ons levend houden.
Beoordeling: 2.5 / 5
Recensie door Dave op 27 juli 2006