Ik ben verzot op science-fictionfilms, en met The Chronicles Of Riddick (2004) had ik speciaal een paar weken gewacht om hem in alle sereniteit te kunnen bewonderen in een lokale Brusselse multiplex. Een mooie plaats in het midden op kwart afstand van het scherm, zonder figurerende basketters voor mij of kwebbelende-nacho-vretende-gsm-teenagers achterin. Quasi alleen in de zaal, hoopvol wachtend op een scherpe projectie met een aanvaardbaar geluidsniveau.
Korte inhoud:The Chronicles Of Riddick is de opvolger van de zeer verdienstelijke low-budget productie Pitch Black uit 2000, eveneens met Vin Diesel. Toch kan je gerust genieten van Chronicles zonder deze voorgeschiedenis, gezien er niet meteen veel analogieën zijn, behalve dan de outlaw Riddick nog steeds met zijn speciale infra-rode ogen en zijn imposante voorkomen, maar dit keer iets braver. Verder zien we nog een karakter uit Pitch Black, namelijk de toen nog 12-jarige en nu spontaan volgroeide en rondborstige Kyra (gespeeld door Alexa Davalos) die een dubieuse (en vrijwel onbegrijpelijke) relatie heeft met Riddick. De film gaat van start bij de planeet Helion Prime, die niet door Darth Vader maar wel door Lord Marshal wordt geterroriseerd, met zijn fascistisch geleide, door de ruimte vliegende en alles op zijn baan verpulverende Necromongers. Riddick speelt in de film de laatst overgebleven Furiaan, die zoals het geschreven staat; de enige is die de Apocalypse kan omkeren. Maar Riddick staat niet meteen te wachten op een kruistocht, tot hij, opgejaagd door bounty hunters, in contact komt met de verderfelijke sekte. Hij komt ook te weten over het gevangenschap van Kyra op Crematoria, wat hem duidelijk meer motiveert dan de wereld te redden. De rest kan u zelf wel raden.
Laat ik beginnen bij het positieve. De film verbluft met zijn decors en wardrobe en werpt ons meteen in een nieuwe sfeervolle wereld, tot in de kleinste details uitgewerkt. Het onderkomen van de slechteriken is een schitterende mengeling van verschillende stijlen, met art-deco-achtige gotiek. De enorme zuilen vormen zich om, naar de goede traditie van de Transformers comic books, tot de wanden van een gigantisch ruimteschip. Uiteraard is Leni Riefenstahl niet ver weg, maar uiteindelijk wordt niets aan het toeval of de slechte smaak overgelaten, dit in tegenstelling tot andere SF-catastrofes zoals Battlefield Earth of Ghosts of Mars. De kledij van Thandie Newton (actrice uit M:I2) die de manipulatieve serpent Dame Vaako speelt, is betoverend sensueel, alsook de kleding van Judi Dench is Lord of the Rings waardig, en doet denken aan de lange gewaden uit de Star Wars episodes. En dit maakte voor mij althans de film. Ik kon met volle teugen genieten van die kunstmatige sfeerbelichting alsof het om een revival van Dune ging.
De visuele effecten in de film zijn op z’n minst indrukwekkend. Dat de atmosferische condities op verschillende planeten niet altijd aangenaam zijn, is duidelijk op de planeet Crematoria, waar om de 15 minuten een geweldige zonnestraal alles verkoolt op zijn pad. In de gevangenis op de planeet zien we ook een paar digitale wilde beesten die af en toe eens worden losgelaten en hun tanden mogen tonen aan de convicts en inmates. De gevechten die Lord Marshal voert, hebben die magische kwaliteit waarmee het Science-Fiction en het Fantasy-genre opnieuw bij elkaar worden gebracht. Maar dat is helaas niet altijd het geval.
De minpunten zijn echter talrijk, maar die konden voor mij de pret niet bederven. Toch kon alles veel beter. De actiescènes zijn niet altijd overtuigend. Op een bepaald moment krijgt men zelfs een gevechtsscène te zien waar de klank gedeeltelijk wordt weggehaald en vervangen door muziek. Dit ‘effect omwille van het effect’ is beneden het niveau van de film en werkt absoluut niet. Dit in tegenstelling tot Copland, waar de halfdove Sylvester op strooptocht gaat tegen een aantal corrupte agenten, of zelfs in Saving Private Ryan, waar je even de klank verliest na de inslag van een oorverdovende explosie. De mise-en-scenes zijn vaak onduidelijk en verwarrend. De flitsende montage geeft af en toe de indruk de slechte choreografie te willen maskeren.
Ik hou enorm veel van het charisma van Vin Diesel, een waardig alternatief op het Schwarzenegger icoon. Maar zijn macho one-liners beginnen ze stilaan op die van James Bond te trekken. Gelukkig zitten er veel grappige intermezzo’s in de film, zoals de schitterend gecaste premiejagers, die de zwaar geladen context een beetje in evenwicht kunnen brengen. Toch mankeert de film een aantal essentiële plotwendingen die het verhaal iets minder voorspelbaar maken dan een doorsnee aflevering van Stargate. De film speelt ook een beetje teveel met termen die compleet onduidelijk zijn, zoals, the Underverse of the Elemental race. Klink allemaal wel interessant, maar wat houden ze juist in? Ook het principe van de geloofs-conversie (convert or die) is mij niet helemaal klaar. Sommigen transformeren in een soort zombie, bij andere zoals bij Vaako en Dame Vaako zien we veel vrije wil, tot zelfs het complotteren om Lord Marshals plaats in te nemen.
En toch waren alle elementen aanwezig voor een nieuw ijkpunt in de filmgeschiedenis. De sub-tekst in de film was duidelijk en relevant en toont verschillende malen dat dit geen dwaas scenario is. Alles begint trouwens met een aanval van de oppressors op een Bagdad-achtige stadje. De bevolking zal zich moeten bekeren tot het superieure geloof van de Necromongers en een mind regression ondergaan, of sterven. En dit in een periode van presidents-verkiezingen. Vin Diesel lijkt hier in tegenstelling tot de rechtse Schwarzie wel de frontman van links-Amerika. En zo zit het scenario vol met sub-tekst, voor de fijnproevers en de die-hard fans.
Conclusie: Er ontbreekt heel veel in deze film, maar het laatste shot maakt duidelijk dat dit pas het begin is en dat we ons mogen verwachten aan een vervolg, met misschien iets meer verhaal-inhoud (met beter uitgewerkte sub-plots) en een sterke karakter ontwikkeling. Maar dan zal de film eerst moeten overtuigen aan de box-office, vooraleer er al kan gedroomd worden van een vervolg. Om van deze film te genieten moet je toch wel van science-fiction houden. De scenarist en regisseur David Twohy zou misschien zijn wonderkind eens aan een ander filmtalent kunnen geven, to name but a few: Bryan Singer, Jean-Pierre Jeunet (zijn Alien: Resurrection mocht dan wel iets onder zijn niveau zijn, maar deze man heeft talent), de Wachowski brothers of zelfs Alex Proyas. Ik ben natuurlijk ook altijd beschikbaar, maar dan moet ik er wel even mijn agenda bij halen. Hmm…
Beoordeling: 3 / 5
Recensie door Dave op 7 september 2004
***Related Posts***
07/12/2006: Vin Diesel wordt dan toch geen Hitman
22/10/2005: Vin Diesel wordt Hitman
28/05/2005: Vin Diesel weigert xXx 3
11/03/2005: Vin Diesel aast op een 3de Riddick film