Night Call (2024) ***½ Blu-ray recensie

Brussel als decor voor een spannende Belgische crimithriller, we zien het te weinig gebeuren. Je zou het bijna niet geloven, maar de Belgische debuutregisseur Michiel Blanchart bewijst met Night Call (2024) (La Nuit se Traîne) dat zelfs onze bureaucratische hoofdstad zich kan transformeren tot een sinistere speeltuin vol donkere straatjes en neonverlichte gevarenhoeken. De regisseur is nu opgepikt door new Line (dochterbedrijf van Warner) om de volgende Final Destination film te maken, waarvan de vorige Final Destination: Bloodlines (2025) een box-office hit was.

© Splendid Film

Korte inhoud: Mady (Jonathan Feltre) krijgt de nacht van zijn leven, en dan bedoelen we niet op de leuke manier. Na een akkefietje met de echte bewoner van het appartement (een charmante neo-nazi met een kort lontje) wordt hij meegesleurd naar gangsterbaas Yannick, vertolkt door Romain Duris, die zelf tot zijn nek in de schulden zit bij de Armeense maffia. Yannick geeft Mady een simpele opdracht: vind Claire (Natacha Krief) en de centen, of je bent morgenochtend alleen nog interessant voor de patholoog. Om de boel in goede banen te leiden stuurt Yannick zijn twee handlangers mee, waaronder de brute maar niet helemaal harteloze Theo (Jonas Bloquet). En alsof dat nog niet genoeg is, speelt het verhaal zich af tegen de achtergrond van Black Lives Matter-protesten die Brussel in een staat van chaos hebben gedompeld.

Blanchart heeft duidelijk zijn huiswerk gemaakt. De film heeft zijn inspiratie gevonden in Michael Mann’s Collateral (2004), maar doet dat met genoeg zelfvertrouwen om niet als een goedkope kopie over te komen. De cinematografie van Sylvestre Vannoorenberghe geeft Brussel een vettig, neonverlicht jasje dat eerder doet denken aan de duistere stijl van David Fincher dan aan het grijze bureaucratische imago waar de stad normaal mee te kampen heeft. En ja, er is een scène waarin Mady op een fiets meerdere trappen afdondert naar de metro, het soort stunt dat je doet knikken van “oké, dat is straf”.

Maar laten we eerlijk zijn: de film heeft ook z’n zwakke plekken. Het gebruik van de Black Lives Matter-protesten voelt opportunistisch aan, alsof Blanchart dacht “hé, dit geeft mijn thriller instant diepgang!” Maar in de praktijk functioneert het vooral als een handige verklaring waarom Mady, een zwarte jongeman, de politie niet belt wanneer hij met een dood neonazi-lichaam staat opgescheept. Het is een gemiste kans om echt iets te zeggen over racisme en politiegeweld, want verder blijft het thema vooral decoratie. En dan is er nog het probleem van Mady zelf. Feltre doet wat hij kan, en hij heeft inderdaad een sympathiek, onschuldig gezicht dat perfect werkt voor de underdog-rol, maar het personage blijft wonderlijk blanco. We leren dat zijn moeder is overleden, dat hij studeert, dat hij van oude Franse chansons houdt, maar dat is het zo’n beetje. Hij is meer een plot-device op twee benen dan een volledig uitgewerkt personage. Waar de film probeert hem te laten evolueren van brave Hendrik naar iemand die morele compromissen moet sluiten om te overleven, blijft het allemaal wat oppervlakkig. Je zou verwachten dat een nacht waarin je bijna elk uur bijna vermoord wordt je wél verandert, maar Mady lijkt aan het einde van de film gewoon dezelfde goedzak als in het begin, alleen dan met wat blauwe plekken erbij.

Wat de film wél goed doet is actie serveren. Blanchart heeft duidelijk talent voor het opbouwen van spanning en het choreograferen van vechtscènes en achtervolgingen. Er is een scène in een louche bordeel, een ontsnapping door een nachtclub waar Mady zich voordoet als loodgieter, en zelfs een moment waarin hij en zijn belangrijkste achtervolger samen in dezelfde politieauto belanden; allemaal leuke ideeën die de vaart erin houden. De film heeft ook een speelse kant: er is een tv-scène waarin The Evil Dead van Sam Raimi te zien is terwijl er bloedbaden plaatsvinden, wat waarschijnlijk geen toeval is aangezien Raimi een langere versie van Blancharts korte film You’re Dead Hélène (2021) gaat produceren. Het soort meta-grapje dat filmnerds kunnen waarderen.

Romain Duris levert als Yannick een interessante prestatie af. Hij is niet zomaar de standaard één-dimensionale bad guy, maar een gestresseerde nieuwe vader die onder druk staat van nog gevaarlijkere figuren. Is hij een psychopaat of zit er toch ergens een mens in dat lijf? Blanchart houdt je lekker in het ongewisse, wat goed is voor de spanning maar ook een beetje frustrerend omdat je aan het einde nog steeds niet helemaal weet wat je van hem moet denken. Jonas Bloquet als Theo krijgt de meeste nuance van alle slechteriken: hij heeft z’n eigen agenda en toont zelfs af en toe een vleugje menselijkheid, wat de dynamiek tussen hem en Mady interessanter maakt dan je zou verwachten.

Waar Night Call vooral aan lijdt is een gebrek aan follow-through. De film goochelt met interessante ideeën, het raciale element, de morele transformatie van Mady, de complexiteit van Yannick, maar durft ze nooit echt te ontwikkelen. Het voelt alsof Blanchart bang was om te diep te graven, uit vrees dat de actiefilm-machinerie zou stilvallen. Het resultaat is een film die er gelikte en zelfverzekerd uitziet, maar die bij nader inzien vooral functioneert als een technisch visitekaartje. En het heeft gewerkt! “Kijk wat ik kan!” roept Blanchart trots, en toegegeven, het is indrukwekkend wat hij met een klein budget (4,67 miljoen euro) voor elkaar krijgt. Maar de vraag blijft: had dit niet meer kunnen zijn dan alleen een strak geregisseerde achtbaan?

De film rent naar z’n climax (letterlijk), want alles moet opgelost zijn voor een trein om 6 uur ’s ochtends vertrekt, en dat zorgt wel voor de nodige adrenaline. Je bent moe als de film afloopt, bijna net zo uitgeput als Mady zelf. Er zijn ergere manieren om negentig minuten door te brengen, en Blanchart bewijst dat hij actie kan regisseren zonder dat het een rommeltje wordt. Maar als je hoopt op een thriller die je ook intellectueel uitdaagt of echt iets te vertellen heeft over onze maatschappij, dan zul je teleurgesteld zijn. Night Call is uiteindelijk een knappe (misschien ietwat oppervlakkige) oefening in genre-cinema, een film die harder rent dan hij nadenkt. Maar knap dat zo’n films bestaan en laten we hopen dat er nog meer zullen volgen. Brussel getransformeerd van een saaie kantoorstad tot een actie-set, ik was in de wolken. Op is de film uitgekomen op DVD en Blu-ray.


Review La Nuit se Traîne / Night Call (2024)
Recensie door op

Beoordeling: 3.5 / 5

rating

4 Comments

  1. Gelar

    Nog nooit gehoord van de film, thanks voor de tip

    Reply
  2. Dominique

    Hopelijk wordt hij iets beter betaald dan El Arbi

    Reply
  3. Whedon

    Ik snap niet dat deze film zelfs niet bij ons gepromoot werd?! Is het eerste wat ik ervan hoor.

    Reply
    1. Filip

      De marketing kost evenveel geld als het maken van de film. Ik denk dat bij belgische films het geld eerst en vooral naar de productie gaat, en dat er op het eind niks meer over schiet voor marketing.
      Moet je je dan de vraag stellen of je je film bewust op de helft van het budget maakt(wat was het 4 of 5 miljoen voor deze film) om de andere helft over te hebben voor marketing? Misschien…

      Reply

Leave a Comment

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *