De aankondiging van president Donald Trump om een importheffing van 100% op buitenlandse films op te leggen, is niet alleen kortzichtig, maar economisch destructief, juridisch twijfelachtig en cultureel nefast. Hollywood komt nauwelijks uit een crisis van pandemieën, stakingen en een wereldwijde contentrecessie, en nu dreigt Trump de Amerikaanse filmindustrie nog verder te verzwakken met een beleid dat meer lijkt op nationalistisch theater dan van economisch realisme.
In een wereld waarin filmproductie per definitie een internationale onderneming is geworden, getuigt Trumps voorstel van een compleet gebrek aan begrip van hoe de sector werkt. Films worden niet langer uitsluitend in Californië gedraaid. Een blockbuster als Dune (2021) of een serie als “The White Lotus” vergt internationale samenwerking, buitenlandse locaties, crews, infrastructuur en fiscale stimuleringsmaatregelen. Wanneer Trump stelt dat buitenlandse filmproductie een “bedreiging voor de nationale veiligheid” vormt, schuift hij de realiteit bewust aan de kant om zijn protectionistische retoriek kracht bij te zetten.
Hollywood is geen staalfabriek; films zijn geen containers met goederen. Fillms zijn intellectueel eigendom, een dienstensector. Diensten vallen normaal gezien niet onder douanetarieven. Zelfs juristen twijfelen openlijk aan de uitvoerbaarheid én de wettigheid van het voorstel. Hoe bepaalt men bijvoorbeeld wat een “buitenlandse film” is? Als een Amerikaanse studio een film financiert die deels in Canada is opgenomen, valt die dan onder de heffing? Wat als twee minuten van een film buiten de VS zijn gefilmd? De ambiguïteit is niet alleen juridisch problematisch, ze werkt verlammend voor een industrie die stabiliteit broodnodig heeft.
De impact op de economie zou bovendien rampzalig zijn. De Amerikaanse filmindustrie draait een jaarlijks exportoverschot van ruim 15 miljard dollar. De dreiging van wedermaatregelen vanuit andere landen is reëel, zeker nu landen als het VK, Australië en Nieuw-Zeeland zich reeds publiekelijk verzetten tegen Trumps voornemen. Een Europese tegenheffing op Amerikaanse content, zoals die van Netflix of Disney, zou een enorme klap zijn voor Amerikaanse bedrijven. De beleggingsmarkten reageerden alvast onmiddellijk; aandelen van Disney, Paramount, Warner Bros. en Amazon gingen prompt omlaag.
Het argument dat de heffing jobs terug naar de VS zou brengen is even simplistisch als fout. De reden waarom Hollywood steeds vaker in het buitenland produceert, is niet patriotisme of ideologie, maar economie. Lagere loonkosten, fiscale voordelen en vaak betere infrastructuur maken buitenlandse locaties aantrekkelijk. Het is goedkoper om volledige filmploegen naar Oost-Europa of Australië te sturen dan om lokaal te filmen zonder enige incentive. Het opwerpen van kunstmatige drempels verandert niets aan die economische realiteit; het zal enkel leiden tot minder en duurdere producties, niet tot meer Amerikaanse jobs.
De timing van deze maatregel is bovendien desastreus. Na jaren van pandemie en stakingen, waarin schrijvers en acteurs maandenlang het werk neerlegden, snakt Hollywood naar herstel. De sector is nog maar net aan het bekomen. Deze heffing komt neer op het toedienen van een trap tegen een patiënt die net weer opkrabbelt. Zoals producent Bill Mechanic het scherp stelde, dit is geen reddingsplan, dit is sabotage verpakt als patriottisme.
Wat Trump écht lijkt te willen, is geen gezonde filmindustrie. Wat hij wil is een vijandbeeld scheppen, dit keer niet China of Mexico, maar de filmwereld zelf, waar hij weinig sympathie geniet. Zijn uitval is dus deels politieke wraak. De vraag “Is hij ons gewoon aan het trollen omdat we niet op hem stemmen?” is niet eens vergezocht in de context van zijn recente acties. Hollywood heeft geen behoefte aan strafmaatregelen. Wat het nodig heeft zijn positieve prikkels, hervormde belastingvoordelen, investeringen in infrastructuur, steun voor onafhankelijke cinema. Dat is het beleid waar de sector al jaren om vraagt. In plaats daarvan kiest Trump voor het zwaard, terwijl er een wortel nodig is.
Een heffing op buitenlandse films zou niet leiden tot een heropleving van Hollywood, maar tot een internationale culturele implosie. Minder samenwerking, minder investeringen, minder werkgelegenheid, en uiteindelijk minder films. Zelfs Trumpaanhangers kunnen zich afvragen, is dat werkelijk de erfenis die hij wil nalaten?Deze maatregel zou Hollywood niet “great again” maken, maar haar isoleren en verzwakken. En in een sector die draait op samenwerking, creativiteit en wereldwijde distributie, is zoiets een regelrecht doodvonnis.
Stel je voor dat elke Amerikaanse film in de bioscoop 5 euro duurder zal worden, geen kat zal nog naar de bioscoop gaan om een BNelgische film met Veerle Baetens te gaan zien. NIEMAND!