Het was een aangename verrassing op het Filmfestival van Gent dat er weer enkele Belgische films op het menu stonden. De Belgische en dan vooral de Vlaamse film doet het erg goed de laatste tijd. Mijn kompanen wezen me erop dat The Invader (2011) (L’Envahisseur) de film was met het naakte topmodel Hannelore Knuts. Niet dat ik dat op zich een reden vond om deze film te willen zien, maar na het zien van de openingsscene van beeldend kunstenaars en regisseur Nicolas Provost, was ik wel overtuigd.
Achteraf werden we trouwens verrast op een verschijning van Nicolas Provost en Hannelore Knuts, die beiden duidelijk nog last hadden van jetlag. Ze had het niet zozeer over een ‘acteerprestatie’ maar over een samenwerking en ‘performance’. Een die er zeker mag zijn. Het is een knaller van een openingsscène. Het is een trip, een droomsequentie en lichtjes onheilspellend ook. Knap. En dan trekt Nicolas ons terug in de realiteit. We bevinden ons op een werf in Brussel. Duidelijk met illegale werknemers die ‘s avonds na de dagtaak weggevoerd worden naar een bouwvallig pand in Brussel en samen moeten hokken in mensonterende omstandigheden. Zo ook Amadou een Afrikaan die aanspoelde op een strand en nu door deze mensensmokkelaars moet werken voor zijn papieren.
Korte inhoud: Amadou (Isaka Sawadogo), een sterke en charismatische Afrikaanse man, spoelt aan op een strand in Zuid-Europa. Het lot brengt hem naar Brussel, waar hij verstrikt raakt in de netten van mensenhandelaars die hem alle hoop ontnemen. Op een dag ontmoet hij echter Agnès (Stefania Rocca), een ravissante en briljante zakenvrouw die zich aangetrokken voelt tot de charmante Amadou. Amadou beschouwt haar als zijn reddende engel en hij droomt meteen van een prachtige zorgeloze toekomst met haar. Helaas: de illusie wordt algauw doorprikt. Agnès verbreekt elk contact met Amadou, die gefrustreerd in een draaikolk van destructief geweld belandt.
Amadou wil aan zijn toekomst werken, hij wil het hier maken en werkt dus voor twee. Zijn vriend is namelijk doodziek. Bij een plotse controle op de werf moet Amadou de benen nemen en doolt hij de hele dag lang door Brussel. Wanneer hij terug bij de mensenhandelaars aankomt, merkt hij dat zijn vriend verdwenen is. De criminelen maken hem wijs dat zijn vriend zelf de benen heeft genomen, maar Amadou trapt er niet in en besluit van nu af aan op eigen benen te staan en zijn vriend te wreken.
Tijdens een van zijn dooltochten door de troosteloze straten leert hij de zakenvrouw Agnes kennen, met wie hij een korte vurige affaire beleeft. Als ook Agnes hem afwijst en hem ten allen prijze wil vermijden, heeft Amadou het heel moeilijk om haar afwijzing te accepteren. Bovendien krijgt Amadou opeens de kans om de mensensmokkelaars de rekening te presenteren en ontaardt de situatie.
Het sterke aan de hele film is dat de sympathieke Amadou gedurende de film en door de loop van de gebeurtenissen een totaal andere persoon wordt. Van iemand met een droom die het wil maken, wordt hij opeens een wreker en daarnaast nog een obsessieve stalker.
© Courtesy of O’Brother Distribution
Je weet dus met je aanvankelijke sympathie voor Amadou opeens niet echt blijf meer. De man wordt monster, het sociaal drama wordt een thriller. De transformatie wordt subtiel verteld, de grootstad Brussel als ontredderde wildernis wordt op prachtige manier in beeld gebracht, in schril contrast met de intieme scènes tussen de personages die bijna altijd face-to-face scenes zijn. Provost heeft veel geleerd van die andere bekende regisseurs die dergelijke sociale drama’s op ons netvlies wisten te branden, maar dat doet zeker geen afbreuk aan zijn verdienstelijke Franstalige debuutfilm.
De fotografie van de film werd verzorgd door Frank van den Eeden, die hetzelfde jaar ook de beeldvoering van Swooni (2011) op zich heeft genomen. De montage gebeurde door Nico Leunen, die ondertussen ook al een mooie CV kan voorleggen. Het scenario van de film kwam onder meer van Giordano Gederlini and François Pirot.
Update: The Invader kreeg zomet de Jo Rupke prijs. Verleden jaar viel die eer te beurt aan Gust Van den Berghe met zijn En waar de sterre bleef stille staan (2010). Voor de muziek en sound van The Invader winnen Sacha Galperine, Evgueni Galperine en Senjan Jansen de Georges Delrue prijs voor de Beste Muziek/Sound Design. De prijs omvat distributiepremie en media-ondersteuning ter waarde van 25.000 euro. De film komt op 23 november 2011 bij ons in de zalen
Beoordeling: 3 / 5
Recensie door Jeroen op 19 oktober 2011
Bizarre trailer is me dat, maar wél intrigerend. Hannelore had zo kunnen meespelen in Kubrick’s Eyes Wide Shut. Is het de bedoeling dat Lampedusa een beetje het beloofde en idyllische land moet zijn? Realiteit is wel iets minder rooskleurig…
Ikzelf was niet zo onder de indruk van de film. Absoluut zeer sterke punten zijn de fotografie én de muziek die de beelden perfect onderstreept (een terechte prijs op het filmfestival van Gent!). Helaas is dat niet voldoende voor een film en kan het niet verbergen dat het verhaal maar mager is – een paar dagen uit het leven van een illegale crimineel, bij momenten wat langdradig (hups, de volgende moord, en hups, nog maar eens stalken…).
Wat de openingsscène er bij komt doen, is me trouwens een compleet raadsel. Hoewel wel bevreemdend mooi gefilmd, voegt dit niets toe aan de film zelf en ik vraag me af waar dat gratuit bloot (het is niet eens functioneel) eigenlijk voor nodig is. Om te shockeren? Misschien, dat deed het bij mij in elk geval niet. Om beter te verkopen? Dat is al een meer waarschijnlijke optie. En ja, dit kan misschien wel lukken. Beetje goedkoop natuurlijk, maar soit.
Je merkt duidelijk dat Provost een beeldend kunstenaar is, want op dat vlak niets aan te merken op de film. Al bij al een verdienstelijke debuutfilm, knap gefilmd en prima ondersteund door de muziek. Nu nog werken aan inhoud…
toch raar dat ge het zaterdag zo een slechte film vond terwijl uw commentaar nu veel positiever is.
@fiLLE: Hij heeft vorige nacht zitten dromen van Hannelore Knuts :p
Het begin en het einde van de film hebben het meest indruk op me gemaakt. De fotografie is me ook wel bijgebleven met een troosteloos Brussel als belangrijk gegeven/personage in de film. Je merkt echter dat Provost uit het kortfilm-circuit komt. Soms had ik de indruk dat de film bestond uit korte filmpjes en dat hij behoorlijk wat moeite heeft om een langere narratie vol te houden. Ik vond het op zich geen slechte film, maar het rammelt toch hier en daar. Neem nu de keuze van de muziek. Zelden zo’n irritante score gehoord die weinig tot niets bijbrengt bij het verhaal. Een niet onaardig debuut, maar ik bleef wat op mijn honger zitten.
ik kan me eerlijk gezegd de score niet meer herinneren…
ik vind de film net iets meer dan gemiddeld, en zoals blijkt uit mijn review vind ik er een aantal pluspunten aan 😉
en Knuts is not my type of woman mister D 🙂