De debuut horrorprent Cabin Fever (2002) van Eli Roth werd gemaakt met een miezerig budget van 1.5 miljoen dollar, maar behaalde aan de box-office een mooi resultaat met een gross van 33 miljoen dollar + 100 miljoen afkomstig van de dvd-markt. En dit terwijl geen enkele studio het scenario had goedgekeurd (en je kunt hun aarzeling volledig begrijpen) en vonden ook dat het horror-genre niet meer relevant genoeg was (iets waar ze dus compleet naast zaten)
Maar het werd een mega-succes, zeker te danken aan een geslaagde promotiecampagne. Iets waar we hier in België nog iets van kunnen leren. Wanneer in Amerika bijna 40% van het totale budget naar promotie gaat, steken wij hier slecht een kleine 5% in ietwat lullige filmposters (wordt stilaan beter), foto-campagnes in magazines en als er nog geld over is komt de trailer op tv. Maar hoe wil je dat deze mentaliteit wijzigt als zelfs het orgaan ter promotie van de film niet overtuigd is van het belang van een goede marketing-campagne. Het Vaf (Vlaams Audiovisueel Fonds) had blijkbaar geen interesse om een concept als Cinevox, een project die met teasers & interviews de binnenlandse filmproducties zou promoten in alle cinema’s (en op tv), voor een financiële peulschil bij te staan. Compleet onbegrijpelijk en absurd, zeker als je weet dat er nog steeds Belgische films zijn (gefinancierd door het Vaf! En dus de belastingbetaler) waar geen kat van gehoord heeft en die nauwelijks 5’000 bezoekers haalt. (Een gemiddelde langspeelfilm kost 1.5 miljoen euro -> 5000 x 10 euro (ticketprijs) = 50’000 euro bruto!) Ik hoef hier geen kanttekening bij te maken.
Cabin Fever werd op handen gedragen door Peter Jackson, die in zijn jeugd een grote fan was van het gore-genre, de absolute glorie van de smaakloze films. Ook Quentin Tarantino was in de wolken van de film en beschreef Eli Roth als “The Future of Horror.” Indien je zo een quote op je filmposter kan zetten, kan zoiets tellen. Maar niet iedereen was deze mening toegedaan en werd Cabin Fever compleet afgekraakt. Roger Ebert schreef de film af als ‘een opeenstapeling van een paar goede en heel veel slechte ideeën’. Maar deze verdeeldheid heeft er net voor gezorgd dat de film stilaan een soort cult-horror is geworden. En de opvolger staat misschien te wachten in de vorm van The Cabin in the Woods (2011).
Korte inhoud: Paul (Rider Strong), Karen (Jordan Ladd), Bert (James DeBello), Marcy (Cerina Vincent) en Jeff (Joey Kern) gaan na het behalen van hun diploma genieten van hun vakantie in een vakantiehuisje in de bossen. Bert loopt er tijdens een wandeling een vreemde man tegen het lijf. Deze man (Arie Verveen) zit onder het bloed en vraagt om hulp. Later zal blijken dat hij een vleesetend virus heeft. Bert schrikt en waarschuwt de man uit zijn buurt te blijven. Als de man echter op hem af loopt en nogmaals om hulp vraagt, schiet Bert zijn geweer af in de richting van de man en rent weg. Maar later die avond klopt de man aan bij het huisje waar de vijf vrienden verblijven en vraagt nogmaals om hulp. Uiteindelijk eindigt de confrontatie slecht af, om dan uiteindelijk in een beek te belanden die aangesloten is aan de watercentrale. Wanneer de jongeren één voor één ziek beginnen worden, begint de overlevingsstrijd.
Of Cabin Fever nu het genre heeft vernieuwd is nog maar de vraag. Zo origineel is het allemaal niet. De film begint met een groep jongeren die zich in het bos begeven (klinkt bekend), om later geconfronteerd te worden met viris in plaats van een demoon of een serial killer. Maar Roth zet wel zijn stempel op de manier hoe hij alles in beeld brengt, niet zonder enige vorm van sarcasme. Er ontstaat een conflict, de zwerver spuugt letterlijk zijn gal uit en wordt uiteindelijk in brand gezet, zoals het een goede aflevering van Beavis ’n Butthead betaamt. Als publiek weet je niet precies of je nu moet juichen of geschokt moet zijn. En dat is dan weer de verdienste van de film.
Maar dan beginnen de makers te schuiven van het horror genre, naar de parodie en terug. Op bepaalde momenten weet je echt niet meer of je naar een soort hommage film aan het kijken bent of een parodie op de horror, of beide. Niets wordt uitgelegd en het ene slachtoffer valt na het andere. Ondertussen verschijnen nog meer personages op het toneel die evenmin worden uitgewerkt en krijgen we nog een lading parodiërende scènes (referenties naar andere cult-horror films) over ons heen.
Dat de make-up van de vleesetende bacterie, zoals de promotie-campagne rondbazuint, heel realistisch is, laat me echt onverschillig. Voor mij was het een soort retrofilmpje die niet schrikwekkend genoeg was om mij te doen huiveren en niet grappig genoeg om mij te doen lachen. Hoewel de Cabin Fever vlagen heeft van vernuft, zullen andere regisseurs een paar jaar later met meer overtuiging het exploitation genre onder handen nemen – met name Robert Rodriguez. Kortom, een film die je best met meerdere ziet als je eens goed wil lachen. Misschien blijf je wel steken in de slappe lach vind je het verhaal gewoon schitterend. Wij hebben de Blu-ray van deze film ontvangen op 13 juli 2004, rijkelijk te laat maar we zijn nu ook maar pas begonnen met deze filmsite.
Review Cabin Fever (2002)
Recensie door Dave op 13 juli 2004