National Treasure met Nicolas Cage

Nicolas Cage, de neef van Francis Ford Coppola, was op een bepaald moment in zijn leven de acteur waarvoor je met plezier een filmticket kocht. “- Naar welke film ga je? – Wel, die met Nicolas Cage.” En ik hou nog steeds van hem. Hij kan als de beste een geloofwaardige rol neerzetten als held, als doodgewone vaderfiguur en als zielenpoot. En dat kan enkel een acteur met veel talent. Zijn hoogtepunt kende hij met de melancholisch-tragische Mike Figgis film, Leaving Las Vegas (1995). Voor het brede publiek werd hij de all-american-hero in films als The Rock en Face/Off. Die kleine wenkbrauw beweging of die valse grijns op zijn gezicht volstond om een publiek te verleiden. Hij is dus bijgevolg een acteur die charmeert. Toch zou ik hem niet willen vergelijken met een soort driftige gigolo, maar wel met een geslepen vos die mensen krijgt waar hij ze wil hebben. Soms is dit ook zijn enige zwakte, waarin hij soms iets teveel opgaat in de gedachte dat hij veel talent heeft. Maar goeie acteerprestaties lopen hand in hand met goeie scenario’s en verfijnde acteursregie. Dus moet je alles met een korel zout nemen. Acteurs zijn ook maar mensen en zij kunnen zich ook vergissen in een rol, een scenario en een film. Maar als je teveel vergissingen opstapel, dan riskeer je te eindigen als Sharon Stone in verschrikkelijk dwaze Belgische tv-spotjes van William Lawson. Dergelijke pretentieuse drek wordt zelfs door Japanse reclame-campagnes met hoongelach onthaald. Enfin, ik hoop dat Stone haar Casino-flair spoedig terug vindt.

Cage heeft de laatste jaren helaas meer ontgoocheld dan verrast, vooral met dit of dat, en helaas ook die. Nu is er de film National Treasure, wat hem opnieuw op de lijst van America’s Most Wanted Celebrities zou kunnen zetten. Maar het blijkt opnieuw een flop van formaat te zijn. Bekijk alvast de trailer, het is duidelijk opnieuw een Jerry Bruckheimer productie, met een overdosis one-liners en een dozijn stereotype personages, in een regie van de zeemzoete Jon Turteltaub. Hieronder een kleine samenvatting van een aantal commentaren van belangrijke kranten:

“falls short in many ways, not the least of which is a ridiculously moronic plot that defies reason at every turn”
— Robert Strohmeyer, FILMCRITIC.COM

“A cornucopia of ridiculously over-the-top action, humor, and romance conceived in the Bruckheimer tradition.”
— Nicholas Schager, SLANT MAGAZINE

“Fluffy, frenetic and sometimes downright farcical, National Treasure makes gleeful fun of itself while leading us popcorn-munching escapists down a tangled, painless adventure trail.”
— Bob Ross, TAMPA TRIBUNE

“A scavenger hunt conceived in liberty and dedicated to the notion that all Jerry Bruckheimer films are created equal (equally dumb, that is).”
— Jeffrey Westhoff, NORTHWEST HERALD (CRYSTAL LAKE, IL)

“An impatient, over-plotted caper-mystery populated by undercooked characters, far-fetched contrivances and routine genre twists.”
— Wade Major, BOXOFFICE MAGAZINE

“Rancid cinematic cheese.”
— Peter Travers, ROLLING STONE

“The picture is 25 minutes of fun, spread over 125 minutes.”
— Bruce Newman, SAN JOSE MERCURY NEWS

Leave a Comment

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *